donderdag 9 april 2020

vorig jaar 132


190409

Ik breng de laatste twee uren van de nacht lezend door aan de keukentafel: De staart van Patricia de Martelaere en Ons soort mensen van Julie Zeh. (…) Zeh zet in opeenvolgende hoofdstukken de personages neer die ze dan wellicht met elkaar in conflict zal laten treden. In het eerste is Gerhard een overjaarse hippie die het met de veel jongere studente Jule heeft aangelegd. Het recente moederschap van Jule zet de relatie onder spanning. In hoofdstuk twee leren we Linda en Frederik kennen. Frederik is een gesjeesde computernerd, Linda een vrouw die meer van paarden lijkt te houden dan van mannen. * We gaan bij Rolf en Tanja de rekening vooruitbetalen. We maken wat grondiger kennis. Ze zijn hier in 2010 gekomen en hebben door er drie jaar fulltime aan door te werken de ruïne die ze kochten omgebouwd tot een conglomeraat van vijf kraaknette vakantiehuizen. Zelf wonen ze in een apart gebouw, dat ook deel uitmaakte van de boerderij die het hier vroeger was. Alles is zichtbaar en met kennis van zaken gerenoveerd. De ligging van Les Reprilles is idyllisch: midden in een vallei, op de zuidflank van de Morvan, tussen de weiden met alleenstaande eeuwenoude bomen en bossen, in een stiltegebied. We maken een eerste verkennende wandeling, tot aan de andere kant van de heuvel en dan weer naar beneden tot aan een vijver. Daar blijven we een tijd zitten om naar de stilte te luisteren. Een otter die gealarmeerd is door onze aanwezigheid maakt een brommend geluid. Zangvogels in de heggen, fluitende roofvogels hoog in de lucht. Het is een prachtige wandeling (…). * (…) X. vertelt over haar moeder, die zei dat het, na een overdosis geluk, niet anders kon dan beginnen slecht te gaan. Ik vertel over mijn moeder, die, ook als het er weinig waren, zei dat het ging regenen zodra ze wolken zag. (…) *