voor
deze rubriek selecteer ik de beste stukken die op deze blog zijn
verschenen
13
juli 2015
BRIEF AAN ALEXIS TSIPRAS
Geachte
heer Tsipras,
U
kent mij niet en ik u eigenlijk ook niet, maar toch voel ik de
aandrang om u een bemoedigend woord toe te spreken. Natuurlijk weet
ik dat u de Griekse premier bent die dezer dagen wordt onderworpen
aan wat een niet bij naam genoemde EU-functionaris ‘mental
waterboarding’ noemt. Dat is, en u weet dat vast ook wel, de
martelpraktijk waarbij het slachtoffer met het hoofd onder water
wordt geduwd, voortdurend in de onzekerheid verkerend of hij wel op
tijd naar lucht zal kunnen happen. Op die manier, zo veronderstel ik,
hoopt men u tot toegevingen te dwingen.
Eigenaardige
praktijk vind ik dat, je verwacht zoiets niet op het hoogste
politieke niveau. En al zeker niet als daar wordt gezegd dat het
grootste probleem ‘vertrouwen’ is geworden. Beide partijen lijken
elkaar niet meer te vertrouwen, dat wil zeggen: zij verdenken de
ander ervan een ándere agenda te dienen dan deze waarover openlijk
wordt gesproken. Maar dan vraag ik mij af: hoe kun je het vertrouwen
herstellen in iemand die je beul blijkt te zijn?
Overigens
is ‘vertrouwen’ een hoogst dubbelzinnige notie in deze kwestie.
Je hebt het vertrouwen dat het verkeer tussen mensen hoort te
regelen, en je hebt het vertrouwen waarvan sprake is op beurzen,
wisselkoersen, beleggersclubs: een irrationele factor die het
monetair en financieel verkeer regelt maar ook in de war kan sturen
als het er niet is. In onze tijd lijkt het me uitermate relevant die
twee betekenissen van het woord ‘vertrouwen’ niet door elkaar te
halen.
Alexis
(mag ik Alexis zeggen?), ik ken u dus eigenlijk niet. U bent, als ik
het goed heb, vrij nieuw in de politiek – en als dat waar is, mist
u, vrees ik, de ervaring om cynisch genoeg te zijn om de spelletjes
te doorstaan waaraan u nu wordt onderworpen, geklemd tussen het
aambeeld van uw politieke basis en de hamer van Europa. Daarom maak
ik mij zorgen om u – en ik besef meteen dat ik mij zorgen maak
omdat ik u graag zie.
Mijn
liefde voor u is niets anders dan een blind vertrouwen. Waarop is het
gebaseerd? Zeker niet op niets maar toch in elk geval op niet veel.
Mijn
kennis van de Griekse politiek en het economische kluwen waarin u nu
verknoopt bent geraakt, de geopolitieke machtsspelletjes, de grote
ego's van de Europese leiders... – die kennis is te beperkt om op
basis daarvan mijn vertrouwen in u te rechtvaardigen. Ik keek even op
Wikipedia wat u hiervoor hebt gedaan, het ontgoochelt me zeker niet
maar het is toch ook niet echt een politieke carrière om u te tegen
te zeggen. Neen, mijn vertrouwen in u heeft meer te maken met de
indruk die u op mij maakt, en ook met de indruk die uw politieke
medestanders die tot nu toe het meest voor het voetlicht zijn
getreden, Yanis Varoufakis en Euclides Tsakalotos, bij mij hebben
achtergelaten. Euclides lijkt mij trouwens een goede voornaam voor
een minister van Financiën, maar dat geheel terzijde.
Waarom
weet ik niet, maar ik kan niet anders dan denken, of voelen, dat u
integer bent, de beste bedoelingen hebt, niet zwelgt in de macht, het
beste voor hebt met uw volk. U lijkt mij een moedig man. En voor het
feit dat u unverfroren ingaat tegen het kapitalistisch totalitarisme
kan ik alleen maar bewondering opbrengen. Ik wou dat u mijn premier
was.
Maar
ik baseer mij op niet veel meer dan uw uiterlijk, uw lichaamstaal, uw
voorkomen. Uiteraard kunt u wat mij betreft met uw weigering om een
das te dragen alleen maar scoren, maar daar gaat het natuurlijk niet
om. Het heeft iets met uw ogen te maken, de manier waarop u die
andere, gepokte en gemazelde, staatsleiders begroet, en hoe u, zonder
daar al te veel aanstoot aan te nemen, hun neerbuigendheid met een
ironische glimlach ondergaat. Vooral dat gekus en geklets van die
olijke Juncker moet u toch danig op de zenuwen werken?, vraag ik mij
dan af. Na al die vrolijkheid gaan jullie aan die onmetelijk grote
tafel zitten en dan zit u altijd een beetje afgezonderd van de rest,
geïsoleerd door uw voor niemand begrijpelijke taal en uw extreme
standpunten, fysiek geïsoleerd ook, en u ziet hoe die anderen onder
elkaar overleggen hoe ze u gaan uitroken. Dat moeten eenzame momenten
zijn.
Het
meeste indruk maakte u op mij in het Europees Parlement, toen u met
verbazing toekeek op de vaudeville van Verhofstadt, die zot van eigen
glorie. U hebt zijn clowneske uithalen met grote waardigheid
beantwoord. Het applaus dat u oogstte, een applaus dat veel langer
duurde dan het applaus voor Verhofstadt (maar dat zegden onze media
niet), zal zeker ook voor een deel door die waardigheid zijn
ingegeven.
Ik
hou van de manier waarop u uw blazer dichtknoopt en dan nog een tijd
uw hand op die knoop houdt, alsof u wil beletten dat uw jasje terug
openspringt. Misschien moet u toch eens een ander kopen, want het
huidige is te klein: onder die knoop is uw witte overhemd zichtbaar.
Geen das, dat is een statement. Maar die witte driehoek, dat oogt
slordig. Of doet u het om Christine Lagarde te jennen?
U
straalt integriteit uit, maar tegelijk zie ik dat het gewicht van de
situatie op u begint te wegen. In het Europees Parlement had u een
zweer op uw onderlip. Dat wijst op vermoeidheid. De wallen onder uw
ogen worden donkerder met de dag. Ik hoop dat u dit hele gedoe – de
voorstellen, de waterboarding, het vooruitzicht om misschien het
vertrouwen dat u bij uw volk geniet te zullen verliezen – niet
volledig alleen op uw schouders moet torsen. Hoe fors ook die
eruitzien, een mens kan zoiets niet alleen aan.
Alexis,
ik wou dat u mijn wens kon horen. Ik wens u de kracht toe om door te
bijten, de moed om de vernederingen die u worden aangedaan niet te
aanvaarden, het vertrouwen dat uw volk u niet zal laten vallen. Maar
ik vrees dat ook de Grieken u uiteindelijk zullen opzijzetten omdat
ze alles bij elkaar niet de moed hebben om te geloven dat hun geluk
niet in hun portemonnee zit. En laat ons eerlijk zijn, in het
verleden heeft een meerderheid van diezelfde Grieken toch lange tijd
behoorlijk laks en onverschillig tegen de meer dan zichtbare
corruptie aangekeken. Ik had ooit het genoegen een paar dagen door uw
land te reizen en het viel mij toch ook op dat er, bijvoorbeeld in de
talloze onafgewerkte appartementsgebouwen, wel heel veel
manifestaties van openlijke en dus schaamteloze corruptie waren.
Griekenland,
zegt men, is de bakermat van de democratie. Griekenland, weten we nu,
ligt aan de basis van het grote demasqué van het in essentie
ondemocratische gehalte van de ‘instellingen’ die het wérkelijk
voor het zeggen hebben. Dat is mede uw verdienste, Alexis, en wat er
ook gebeurt met u en uw medestanders, die verdienste is groot en zal
het denken van vele Europeanen voorgoed veranderd hebben.
Alexis,
ik sluit af. Ik hoop dat u het haalt, maar ik vrees ervoor. Ik hoop
ook dat uw volk zich niet tegen u keert. Ik hoop dat het niet naar de
wapens grijpt of in totale chaos wegzinkt. Ik wens de Europese
leiders, die uiteindelijk niet veel meer zijn dan de vazallen van de
banken en de ‘instellingen’, alle mogelijke gewetenswroeging toe
omdat ze niet even moedig als u geweest zijn. En ik hoop vurig dat de
nieuwe politieke beweging die in Syriza, Podemos en hopelijk nog
andere organisaties bottom-up opstaat, zich spoedig vanuit het Zuiden
van Europa over het hele continent verspreidt.
Het
ga u goed, Alexis. Dank u voor uw inzet. En zorg goed voor uzelf,
Pascal