241206
DAGELIJKS
Ik zie M. regelmatig opduiken in het Brugse cultuurleven. Onder mijn Facebookposts steekt ze bijna elke dag een duimpje op. Vandaag had ik dan eens de gelegenheid om haar daarvoor te bedanken. Ze doet het niet zomaar, verzekert ze me. Ze vindt mijn teksten soms interessant, soms wat mismoedig, soms grappig. Maar altijd de moeite van het lezen waard. Dat vind ik uiteraard zelf ook, anders zou ik ze natuurlijk niet posten. ‘Het is voor mij een vast ritueel,’ zegt M.. ‘Het eerste wat ik elke dag doe. Ik ga met een kop koffie achter mijn computer zitten, open Facebook en lees wat je hebt gepost.’ Ik vind dat een buitengewoon aangename gedachte: te weten dat mijn berichten niet in een vergeetput verdwijnen waar ze door niemand worden opgepikt. Mocht dat zo zijn, ik denk niet dat ik de discipline zou kunnen opbrengen om ze te blijven maken. En dan is M. zeker niet de enige. Ik zie G. en M. en P. en ook X., Y. en Z.: ze zitten daar allemaal met een kop koffie. En daarachter gaan er nog wel een paar schuil die nooit met hartjes of duimpjes of verblufte of medelevende gezichtjes reageren. Ik groet en bedank hen allen.