vrijdag 31 maart 2023

gisteren 89

230330

Hoe de wanhoop, veroorzaakt door de omstreeks half vier verworven zekerheid dat het slapen er voor vandaag op zit, wordt verdrongen door het plezier van het nachtelijke lezen: de totale stilte, enkel het getik van de regen tegen de ruit; de warme gloed van de eerste koffie; de onderdompeling in het eerste hoofdstuk van een nieuw boek; de kennismaking met nieuwe personages, de aanpassing aan een nieuwe stijl; de eerste uren van de eerste dag van de rest van het leven, los van alles. In het park slaat de eerste merel aan, hoewel het nog lang duister blijft.


Wat goed was voor wat een politicus als 'het volk' beschouwde was niet automatisch goed voor elk afzonderlijk individu, in casu voor hem. Maar hij was het volk. Hij zou worden behandeld als de idioot die hij altijd al was.

Ian McEwan, Lessen (vertaling door Harm Damsma en Niek Miedema (2023) van Lessons (2022)), 43



6784

Luxembourg, Musée national d'histoire et d'art – 230205

 

donderdag 30 maart 2023

notitie 374

TRANSGENDER


Meer dan tien jaar geleden al vond ik het eigenaardig dat het transgendercentrum van het Universitair Ziekenhuis in Gent autismespectrumstoornis geen relevant kenmerk vond om de aanvragen van adolescenten te evalueren. En vandaag vraag ik me af hoe ze daar omgaan met de bewezen zeer uitgesproken correlatie tussen genderdysforie en suïcidale neigingen. Ondertussen zijn gelijkaardige klinieken in Finland, Zweden en Groot-Brittannië wel wat terughoudender geworden wanneer het profiel van hun genderdysfore patiënten wordt gekenmerkt door depressie en/of ASS. (Genderdysforie: ‘gevoel van onvrede met het geboortegeslacht’.)

De reportage van Pano ( https://www.vrt.be/vrtnu/a-z/pano/2023/pano-s2023a3/ ) die mij gisterenavond van mijn luie stoel blies, had voor mij nog wel andere verrassingen in petto. Bijvoorbeeld dat puberteitsremmers door de wat meer terughoudende artsen als een ‘pauzeknop’ worden gezien, terwijl men in Gent vrolijk van oordeel is dat ze ‘de eerste stap in de transitie’ zijn. Decapeptyl wordt toegediend om de vorming van de geslachtskenmerken die horen bij de biologische seksuele identiteit af te remmen, om op die manier een geslaagde transitie naar het andere geslacht mogelijk te houden. In Gent zien ze dat product niet als een pauzeknop, i.e. een manier om de mogelijk impulsieve en dus overhaaste beslissing van de adolescent om onomkeerbaarheden te laten plaatsvinden minstens uit te stellen. Van de adolescent? In veel gevallen gaat het om kinderen. De jongste kandidaat die in Gent werd behandeld was geen elf jaar oud. Men kan er toch van uitgaan dat op die leeftijd nog niet met alle vereiste redelijkheid (‘informed consent’) alle consequenties kunnen worden ingeschat van een ingrijpende ingreep, zoals een geslachtstransitie toch is, zeker als deze met operaties gepaard gaat. Ook dient rekening te worden gehouden met de mogelijkheid dat jongeren met bijvoorbeeld depressie bereid zijn om zelfs een geslachtsoperatie te ondergaan omdat ze daar een oplossing voor hun probleem van verwachten. Meestal ten onrechte. Dokter Patrick Vankrunkelsven, voormalig politicus en nu directeur van het Academic Centre of General Practice, wees in de uitzending op die mogelijkheid.

Blijkens de gesprekken met een paar gelukkige en minder gelukkige transgenders bleek onder meer dat zij op de leeftijd waarop zij hun beslissingen hadden genomen en daarin niet of nauwelijks waren afgeremd door het Gentse team, nauwelijks of zelfs helemaal niet over fertiliteitsverlies hadden nagedacht.

Terwijl in Gent de hele transgenderbusiness nog volop aan het boomen is, stelt men daar in Finland toch wel vragen bij. Statistische onwaarschijnlijkheden nopen de dokters van het Hoge Noorden tot een grotere voorzichtigheid bij de behandeling van de aanvragen. Hoe komt het dat er nu zoveel meer aanvragen tot transitie zijn dan pakweg vijftien jaar geleden, toen geslachtsverandering nog een zaak van pioniers was? (Pioniers zowel bij de aanvragers als bij de uitvoerders.) Hoe komt het dat het aandeel van de biologische meisjes nu de overgrote meerderheid vormt, terwijl dat vroeger toch omgekeerd was? In Gent stellen ze dat natuurlijk ook vast, maar daar vormt dat geen aanleiding om de aanvragen wat minder enthousiast naar een volgende fase van het proces te begeleiden. De stijging van het aantal aanvragen, behandelingen en definitieve transities is en blijft er voorlopig exponentieel. (Vooral deze vaststelling vormde de aanleiding voor Lauwke Vandendriessche om de reportage maken.)

Een bijzondere ervaring voor mij was de aanwezigheid in het programma van Fran Bambust. Ik heb haar nog persoonlijk gekend, toen zij nog Frank heette. Fran, die in een vroeger leven, maar wel na haar transitie, woordvoerster was van Çavaria, had de moed om toe te geven dat zij misschien toch niet de juiste weg had bewandeld. Het had allemaal niet zo drastisch hoeven te zijn. Een leven als non-binair persoon had misschien ook volstaan om zijn/haar gevoelsleven en lichamelijkheid ten volle, of zo vol mogelijk, te kunnen beleven. Bovendien zei Fran dat haar na de ingreep aan het licht gekomen ASS in Gent nooit ter sprake was gekomen. In Gent vormt ASS trouwens geen reden om niet te starten met een hormonenbehandeling.

Ik vond Frans getuigenis behalve moedig ook waardevol. Zouden er nog, euh, personen met een dergelijke ervaring rondlopen? Ik vermoed van wel. En ik ben benieuwd wat kinderendocrinoloog Martine Cools van het UZ Gent ervan denkt. Wat betekent een dergelijke getuigenis voor het beleid van het Gentse centrum, waar men zich vooralsnog verschuilt achter een ‘het is te vroeg om daar conclusies uit te trekken’ in plaats van te kiezen voor het voorzorgsbeginsel? Hoor ik daar in de verte een kassa rinkelen? Waar is Petra De Sutter als je haar nodig hebt?

6783

Luxembourg - 230205

 

woensdag 29 maart 2023

gisteren 87

230328

Ze waren zoveel meer dan de bedenkers van woorden die het woordenboek hebben gehaald (en nog veel andere woord en die het woordenboek niet hebben gehaald). Ik zal me hen blijven herinneren als humoristen en taalkunstenaars die altijd kritisch waren, uitermate getalenteerde acteurs, nooit vulgair of kwetsend. En Koot leeft nog. Maar ook hij gaat dood – zo is het leven.

Bondscoach voor België zijn is niet moeilijk. Zeg gewoon: ‘Speel vooral niet zoals Witsel deed op het WK. Speel snel en speel vooruit, dat wil zeggen in de richting van het doel waar de keeper staat die niet de onze is.’ Ja, dan win je zelfs tegen de Duitsers.


Degenen die zich vrolijk maken op mijn leeftijd weten blijkbaar niet dat de prei een groene staart moet hebben om een witte kop te krijgen.

Giovanni Boccaccio, Decamerone (ca. 1352), 291 (vertaling Frans Denissen (2003))

gisteren 86

230327

▲ Ik wil ze niet allemaal te eten geven, de moeders die geen weerwoord hebben op het ‘moet just niks’ van hun wielerminnende onwillige kroost. Troosten eventueel wel, maar te eten geven niet.

▲ Hoe een interessant uitgangspunt (een filosofe wordt als leverancierster van ideeën vermalen door het politieke raderwerk; een hedendaagse versie van Plato’s ideale staat) door toedoen van een op zijn hoofdrolspeelster verliefde cameraman en een krakkemikkig scenario uiteenrafelt tot losse eindjes: Alice et le maire van Nicolas Pariser (2018), nog tot 24 april op VRT MAX.


Dat in dictaturen dichters worden vermoord en in democratieën slechts genegeerd, mag men beschaving noemen.

Thomas Blondeau in Thomas Blondeau & Roderik Six, De boekendokter (2014), 98



 

6782

Luxembourg - 230205

 

dinsdag 28 maart 2023

notitie 373

JUST NIKS


Gisteren kreeg ik op een kort stukje over de houding van Wout van Aert in Gent-Wevelgem achtenvijftig opmerkingen. Bij serieuzere onderwerpen is dat meestal niet het geval. Ik zal het dispuut niet nog eens overdoen – het is duidelijk dat de meningen verdeeld zijn en daar is niets op tegen. En ochgot, waar gaat het maar over. Inderdaad, @Max Borka, de wereld staat in brand. Maar moet ik wachten tot dat vuur geblust is vooraleer ik nog iets kan zeggen over iets anders?

Ik kijk graag en zeker niet voor de eerste keer naar de koers, @Pierre Winkler. Ik mag zelfs zeggen dat ik er iets van ken. Ik weet heus ook wel dat het een ploegenspel is en dat het niet altijd de beste is die wint.

Maar wat mij veel meer dan het louter sportieve interesseert, is wat je uit het voorval kunt leren op een bredere schaal. Wat zegt het over onze maatschappij, over ons?

We moeten van volksjongen Wout, ongetwijfeld verstandig maar zeker geen filosofisch genie, niet meteen grensverleggende wijsheden verwachten. Maar zijn uitspraak – ‘Ik moet just niks’ – zegt natuurlijk wel íets. Over de tijdgeest, bijvoorbeeld. Zoals ook het feit dat de uitspraak druk en met instemming wordt overgenomen veelzeggend is.

Stel eens dat je ‘Ik moet just niks’ zou zeggen in gelijk welke andere arbeidscontext: voor de klas, in de operatiekamer, aan de lopende band. En als wielrennen inderdaad een ploegsport is, of is geworden, zoals bijvoorbeeld wielerkenner @Paul Rigolle terecht beweert, wat betekent het dan, als de kopman zegt: ‘Ik moet just niks’? Kan hij dan met hetzelfde gezag hulp verwachten van zijn luitenanten en secondanten? Zouden ze bij het afstaan van een wiel, het aandragen van bidons, het uit de wind zetten, het tussen de volgwagens door terug naar het peloton brengen na een lekke band of een valpartij niet ook liever eens willen zeggen: ‘Ik moet just niks’? Totale vrijheid bestaat niet. Wat zou Wout van Aert volgende zondag, of de zondag daarna, zeggen als Laporte zou weigeren hem te helpen met als motivatie: ‘Moi t'aider? Mais quelle idée. Je ne te dois rien.’

Een renner moet één ding, en dat is snel en verstandig fietsen. En dat snel en verstandig fietsen kan maar één finaliteit hebben: winnen. Liefst op een mooie manier. Als een renner, gelijk welke renner, met panache wint, kan ik daar met volle teugen van genieten. Dat is niet just niks. En als hij niet zelf kan winnen dan moet hij ernaar streven dat iemand anders van zijn ploeg dat doet. Dat is ook niet niks.

Ik supporter voor een mens, een sportman, een jongen van het volk. Ik supporter niet voor een ploeg, wel voor Wout en Tiesj en Nathan, maar ook voor Arnaud en Tim en Remco. Ik wil dat Wout wint, en als Wout niet wint dan om het even welke andere Belg, ongeacht het kleur van zijn shirt. Ik supporter niet voor een commerciële ploeg die stijf staat van het sponsorgeld, en al zeker niet als dat geld afkomstig is van een supermarktketen die maling heeft aan het milieu, die prijzen dumpt en werknemers onderbetaalt, en die bovendien een gokbedrijf als medesponsor naast zich duldt. Het liefst heb ik nationale ploegen, zoals op het WK, met op basis van hun kwaliteit en winstkansen geselecteerde renners die voor die ene dag het commerciële belang ondergeschikt maken. Al weet ik natuurlijk ook wel dat ook daar het geld regeert.

Daarmee heb ik niet gezegd dat ik niet kan genieten van de tactische verwikkelingen die het ploegenspel met zich meebrengt – maar dat is iets anders.

Geef mij maar Eddy Merckx, kampioen uit een ándere tijd, die naar aanleiding van de door Van Aert gedesavoueerde zege zei dat hij het nooit zou hebben gedaan, een klassieker weggeven, maar die daarom niet minder voor zijn ploegmaten zorgde, bijvoorbeeld door na zijn carrière sommige van zijn trouwe soldaten werk te verschaffen in zijn fietsenfabriek.

De uitspraak ‘Ik moet just niks’ getuigt van een individualisme dat mij niet zint. Het is de logica van de eigenzinnige puber die bij kritiek zegt: ‘Ik kan of wil dat niet want ik bén nu eenmaal zo’. Van Aert onttrekt zich met het wegschenken van zijn zege aan de verwachtingen van zijn supporters en van de wedstrijdorganisatoren. Zal hij bij een toekomstig falen ook zeggen: ‘Ik moet just niks’? (En dat falen zal er ongetwijfeld komen omdat er nu eenmaal in elke wedstrijd maar één winnaar kan zijn. Niemand zal het hem kwalijk nemen als hij zijn best heeft gedaan.)

Ik kom bij het tweede luik van deze notitie: het verbaast mij dat velen – zo blijkt uit een behoorlijk aantal van die achtenvijftig reacties – hem gelijk geven als Van Aert de vrijheid voor zichzelf opeist. In de gretigheid waarmee velen – vaak mannen van middelbare leeftijd zoals ikzelf – met dat Ik moet just niks’ instemmen, proef ik het verlangen om eindelijk eens dat ethos van het altijd moeten van zich af te kunnen werpen. Ze stemmen in met een individualisme dat ze zich zelf nooit hebben kunnen permitteren en waarvan ze maar al te goed weten dat het nooit nog binnen hun bereik zal komen.

Welnu, ik doe dat niet. Ik zeg niet dat ik just niks moet of dat iemand die dat zegt gelijk heeft. Ik geloof nog altijd dat het in de wielersport gaat om de beste te zijn en ook om de beste te willen zijn.

Dus, Wout, je moet wél iets. Je moet je best doen om te winnen. Te beginnen met de twee eerstvolgende koersen, die allebei nog op je palmares ontbreken. Als je dan verliest, en dit keer niet met opzet, zal jouw ‘Ik moet just niks’ je niet van pas komen. Die lat heb je nu zelf zo hoog gelegd.

6781

Luxembourg, omgeving station - 230205

 

maandag 27 maart 2023

gisteren 85

230326

Iedereen voelt aan dat het eigenlijk niet kan, een zege in een klassieker wegschenken, maar toch zeggen velen: ‘Zo mooi van Wout, zie eens hoe edelmoedig hij is.’ Er klopt iets niet. Nog los van het feit dat de organisatoren van Gent-Wevelgem het wellicht niet zo leuk vinden dat een renner de renommee van hun koers blijkbaar zodanig laag inschat dat hij het niet erg vindt om zijn naam niet nog eens op de erelijst te laten bijschrijven, schort er iets met de relatie tot de ethiek van deze sport, die er altijd van uit is gegaan dat de winnaar in het wielrennen een individu is en niet, zoals in bijvoorbeeld voetbal, een ploeg. En moet Laporte nu blij zijn met een zege die hij heeft gekregen? Zou het niet eervoller zijn geweest om in een eerlijke spurt met zijn ploeggenoot de duimen te leggen? Dan had hij tenminste de uitdaging aangegaan. Dan had hij in zijn meerdere zijn meerdere kunnen erkennen en groter kunnen zijn in de nederlaag dan dat hij nu klein is in de – gekregen – zege. Even goede vrienden – voor zover vriendschap een rol speelt, zoals men het nu graag voorstelt om toch enige zin aan dit theaterstukje te kunnen verlenen. Nu krijgt de Franse ‘knecht’ een ‘do ut des’-geschenk. Door te aanvaarden dat Van Aert hem als eerste over de streep laat uitbollen, ondertekent Laporte een verbintenis om zichzelf de volgende keer, bij een van de twee belangrijkere koersen, volledig weg te cijferen. En Van Aert, ja, die kan nu maar beter zien dat hij een van die koersen wint, of de trofee in Laportes trofeeënkast zal nog minder blinken.




Alles wat Marie voor mij betekende, zei Austerlitz, lag reeds opgesloten in dit verhaal over de papiermolen waarmee ze mij, zonder over zichzelf te spreken, haar innerlijk leven openbaarde.

W.G. Sebald, Austerlitz (2001; vertaald (2003) door Ria van Hengel), 295

6780

Luxembourg, hôtel Perrin - 230205

 

zondag 26 maart 2023

parallel 202

(…) het staatsarchief is gevestigd in een heel merkwaardig gebouw dat uit een verre tijd stamt, als het al niet, zoals zoveel in deze stad, buiten de tijd staat.

W.G. Sebald, Austerlitz, 164



Na een tijd, misschien een korte, misschien een eindeloze, misschien zelfs een tijd die buiten alle tijd viel, hoorde ik auto’s, stemmen, gelach, salvo’s van stenguns, gebrul.

Mohamed Mbougar Sarr, De diepst verborgen herinnering van de mens, 419-420

gisteren 84

230325

Volgende week zendt Radio 1 opnieuw, naar jaarlijkse gewoonte, de Classics 1000 uit. Er wordt nu al opgeroepen tot stemmen daarvoor door nummers te spelen die in deze lijst worden verwacht. Alsof er maar duizend nummers zijn en enkel de volgorde nog kan worden bepaald; alsof het van staatsbelang is dat niet van dat bestand wordt afgeweken, zodat iedereen zich kan warmen aan vastigheid en de voorspelbaarheid. Ziedaar de essentie van wat een canon is.

De precisie waarmee Irvin D. Yalom in De Schopenhauer-kuur de gesprekken en wendingen in een therapeutische groepssessie weergeeft is pijnlijk. Je zou toch geld geven om vooral nooit in zoiets terecht te komen! Pijnlijk, inderdaad: ik vind geen ander woord. De genreaanduiding ‘roman’, overigens, lijkt mij bijzonder misleidend.

In The Fabelmans laat Spielberg het hele emotie-opwekkende vocabulaire van de Hollywood-filmtaal op ons los, maar bij mij brengt het, de uitstekende acteerprestaties en de mooie plaatjes ten spijt, niet veel teweeg, en al zeker geen ontroering of identificatie of wat dan ook dat naar iets diepere lagen voert. Het is wat het is en dus niets anders dan het wellicht beoogt te zijn: entertainment.


Van de avontuurlijkste epossen tot het dagelijks aperitiefpraatje: wat niet verteld wordt, verdwijnt onmiddellijk, heeft in deze wereld nooit een plaats gevonden.

Roderik Six in Thomas Blondeau & Roderik Six, De boekendokter (2014), 17

6779

Luxembourg, Cinémathèque - 230204

 

zaterdag 25 maart 2023

gisteren 83

230324

Tijdens een aan de roman Uit talloos veel miljoenen gewijde literaire avond in boekhandel Limerick, naar aanleiding van een toneelbewerking die binnenkort in première gaat, hoor ik Peter Terrin vertellen hoe hij ‘in de nacht van 21 op 22 september 1992’ W.F. Hermans ontdekte. Terrin verbleef als de handelsreiziger in marmer die hij destijds was in Engeland, in een Greenwich genaamd hotel, op de nulmeridiaan tussen een leven in de pas en een op dat ogenblik, naar zijn eigen zeggen, dreigende alcoholverslaving. Het boek dat zijn broer hem ‘te lezen’ had meegegeven werd zijn redding: De donkere kamer van Damocles. Het was het begin van een intieme omgang met de werken van Hermans en uiteindelijk zelfs van zijn eigen literaire carrière. In Uit talloos veel miljoenen zou Terrin dan later ergens halverwege blijven steken, en wel, zoals hij het stelde, vanwege het overvloedige zelfbeklag. Over de literatuur in het algemeen wist Terrin in het gesprek nog te melden dat zij bijna volledig tot entertainment is verworden, ten koste van de maatschappijkritiek die er vroeger, en zeker nog ten tijde van Hermans, in aanwezig was. Ik graaf, uit talloos veel nog andere ongelezen boeken, de roman van W.F. Hermans waarvan gisterenavond sprake was op en stel vast – op basis van mijn inscriptie – dat ik mijn exemplaar op 7 maart 1991 kocht en – zo leert mij de met potlood door de tweedehandsboekhandelaar in de rechterbovenhoek van de eerste pagina aangebrachte prijs – daar 170 Belgische franken voor veil had. Die investering is tot op heden een investment zonder return gebleken, maar ik neem mij voor daar nu verandering in te brengen.


Vannacht kon ik niet goed slapen en ik begon me somber te voelen, omdat ik in mijn leven nooit heb gewaardeerd wat het moment me bracht. Toen ik nog jong was, zag ik het heden altijd als een voorspel tot iets beters, wat nog zou komen. En toen, toen ik ouder was geworden, kwam ik er op een dag achter dat ik het tegenovergestelde deed: ik wentelde mij in nostalgie. Ik ben tekortgeschoten in het genieten van het moment (…).

Irvin D. Yalom, De Schopenhauer-kuur (vertaling door Hannah Jansen (2015) van The Schopenhauer Cure (2014)), 113

6778

Luxembourg - 230204

 

vrijdag 24 maart 2023

gisteren 82

230323

Hoe een biografe tot het inzicht komt dat geschiedenis weliswaar belangrijk is, maar dat het nu toch vooral om de toekomst hoort te gaan: een aflevering van ‘Zwijgen is geen optie’ met Eva Rovers. Doordat we ook met ons klimaatbewustzijn gevangen zitten in een rendements- en kortetermijndenken, dreigen wij ontmoedigd te geraken. En we moeten beseffen dat we allemaal voorouders zijn, ook al hebben wij, zoals zij, geen kinderen.

Dirk De Wachter mag in De Afspraak reclame komen maken voor het nieuwe boek van Michel Houellebecq. Nu ja, mag. De meeste energie moet hij steken in het niet laten omleggen van het gesprek naar buitenliteraire onderwerpen: de rare trekjes van de persoon M.H., de rare voorkeuren van de persoon M.H., de deelname van M.H. aan een pornofilm. Stoorzender Schols devieert, De Wachter probeert de aandacht bij het boek te houden en weet daar uiteindelijk toch een paar oppervlakkige dingen over te zeggen. Dat M.H. goed schrijft. Dat het een boek is over politiek, liefde en dood. En ja – voor diegenen die dat mogelijk belangrijk vinden –, dat het boek ook over seks gaat. Tot daar het residu van literaire kritiek op de VRT-televisie.


Maar nu, nu hij terugdacht aan die jonge mediterende vrouw, oordeelde hij milder – hij voelde een golf van mededogen in zich opkomen voor haar en voor al zijn medestervelingen die het slachtoffer zijn van die wonderlijke kronkel in de evolutie die hun zelfbewustzijn schenkt, maar niet de noodzakelijke psychologische middelen om te kunnen omgaan met de pijn van het vergankelijke bestaan. En zo hebben we door de jaren, eeuwen en millennia heen onophoudelijk onze ontkenningen van het eindige bestaan geschapen. Zouden wij, zou een van ons, ooit ophouden met de zoektocht naar een hogere macht met wie wij één kunnen worden en eeuwig kunnen blijven leven? Zouden wij ooit onze zoektocht staken naar richtlijnen van hogerhand, naar een teken van iets of iemand groter dan wijzelf, naar rituelen en ceremonieën?

Irvin D. Yalom, De Schopenhauer-kuur (vertaling door Hannah Jansen (2015) van The Schopenhauer Cure (2014)), 14

6777

Luxembourg, Musée d'Art Moderne - 230204

 

donderdag 23 maart 2023

gisteren 81

230322

De toelichting Influence and Controversy, bonus op de dvd, helpt wel om de film Performance van Donald Cammell en Nicolas Roeg uit 1970 beter te begrijpen en waarderen. De acteerprestaties zijn niet verbluffend (al moet ik zeggen: wie kan er beter dan Mick Jagger Mick Jagger spelen?) en het verhaal glijdt nagenoeg volledig van mij af (ik ga ervan uit dat er een verhaal is) – maar wat wel bijblijft, zijn de kleuren, de fotografie en het tijdsbeeld.

Ik lees dat boek nu al een zesde keer en nog steeds haal ik er nieuwe dingen uit. Maar voor het eerst vind ik ook een paar zwakke plekken. Sommige overgangen, met name, lijken geforceerd, niet dwingend genoeg. Waarom haalt Sebald er opeens Casanova bij? En hoe komt de verteller, via zijn bemiddelaar Austerlitz, in godsnaam in Marienbad terecht? Om daar wat te doen?


En toch, zei Věra, zo vervolgde Austerlitz, was Maximilian geenszins van mening dat het Duitse volk het ongeluk in gejaagd was; volgens hem had het zichzelf fundamenteel opnieuw geschapen en deze perverse vorm aangenomen vanuit ieders persoonlijk verlangen en de gevoelens die in de gezinnen werden gekoesterd, en vervolgens had het de nazibonzen, die Maximilian zonder uitzondering warhoofden en luilakken vond, voortgebracht als symbolische exponenten van de eigen innerlijke roerselen.

W.G. Sebald, Austerlitz (2001; vertaald (2003) door Ria van Hengel), 191



6776

Luxembourg, Musée d'Art Moderne - 230204

 

notitie 372

DERDE DAG 6-10


III – 6

De jonge en gehuwde Napolitaanse edelman Ricciardo Minutolo is verliefd op de echtgenote van Filippello Sighinolfi, de schone, deugdzame, jaloerse en niet te vermurwen Catella. Ricciardo ontwaart in Catella’s jaloezie een mogelijkheid. Hij maakt haar wijs dat haar echtgenoot Filippello een affaire heeft. Als zij dat wenst, kan zij haar echtgenoot in het badhuis betrappen. Maar er is natuurlijk niets van aan. De snode Ricciardo ontvangt in een verduisterde kamer in het badhuis Catella, en bedrijft zonder een woord te spreken de liefde met haar. Zij denkt dat hij Filippello is die op zijn beurt denkt dat zij de echtgenote is van Ricciardo. Wanneer Ricciardo zijn ware identiteit aan Catella onthult, kost het hem enige moeite om haar voor zich te winnen met het vooruitzicht in de toekomst nog vaker van zijn gunsten en vaardigheden te zullen kunnen genieten.

III – 7

Ermellina, echtgenote van Aldobrandino Palermini, zet op zekere dag haar minnaar Tedaldo degli Elisei aan de kant. Deze jongeman weet met zijn verdriet geen blijf en verlaat de stad als vennoot van een koopman. Na zeven jaar op Cyprus zaken te hebben gedaan keert hij als een rijk man, maar vermomd als pelgrim en onder de schuilnaam Filippo di San Lodeccio, naar Florence terug. Hij hoopt nog altijd Ermellina te zullen terugzien. Tot zijn niet geringe verbazing verneemt hij dat Aldobrandino een gevangenisstraf uitzit omdat hij... Tedaldo zou hebben vermoord. Althans iemand die Aldobrandino ten onrechte voor Tedaldo heeft gehouden. Door een toch wel onwaarschijnlijk toeval komt Tedaldo/Filippo aan de weet dat zijn drie broers Aldobrandino aan de galg hebben gepraat. De volgende dag gaat Tedaldo/Filippo langs bij Ermellina. Zij herkent hem niet. Het wordt al snel duidelijk dat zij hem altijd graag is blijven zien maar dat zij onder druk van haar biechtvader afstand van hem heeft genomen. Pelgrim Filippo overtuigt haar dat niet haar overspel maar wel haar ontrouw ten aanzien van haar minnaar haar werkelijke zonde is geweest. Hij laat haar beloven dat mocht Tedaldo terugkomen, zij hem opnieuw haar liefde zal schenken. Pas dan onthult Filippo/Tedaldo zijn ware identiteit. Hij trekt nu naar de gevangenis om Aldobrandino te bewerken. Hij vraagt hem om zijn drie broers hun vergissing te vergeven. De baljuw, die Aldobrandino door middel van marteling valse bekentenissen over de moord had afgedwongen, weet hij te overtuigen om de ware schuldigen van de moord op wie zij voor Tedaldo hielden op te pakken. Tedaldo kan nu met een gerust gemoed zijn weldaden bij Ermellina vieren. Daarna volgen nog een feest waarop Tedaldo zich ten overstaan van iedereen kenbaar maakt en de onthulling van de ware identiteit van de vermoorde lookalike van Tedaldo: de huursoldaat Faziolo uit Pontremoli, die op het verkeerde moment op de verkeerde plek was.

III – 8

De abt van een klooster in Toscane is een voorbeeldig man met slechts één zwakke plek: zijn voorliefde voor vrouwelijk schoon. Hij wordt verliefd op de gade van de domme maar zeer tot jaloezie geneigde boer Ferondo. Diens vrouw, die Ferondo een sufkop vindt, gaat bij de abt te rade. Ze sluiten een deal: de abt zorgt ervoor dat Ferondo tijdelijk verdwijnt en zij verleent hem haar gunsten. Met gebruikmaking van gif voltrekt de abt zijn vermetel plan. Wanneer de boer ontwaakt uit zijn gifslaap, wordt hem wijsgemaakt dat hij zich in het vagevuur bevindt en dat hij daar pas uit zal worden vrijgelaten als hij belooft nooit meer jaloers te zijn. Ondertussen heeft de abt boers vrouw bezwangerd. Ferondo wordt uit het zogenaamde vagevuur bevrijd en wijsgemaakt dat hij de vader is van het kind.

III – 9

Als kind is Gilette, dochter van de lijfarts van de graaf van Roussillon, verliefd geworden op ‘s graafs zoon Bertrand. Na de dood van zijn vader wordt Bertrand toevertrouwd aan de voogdij van de Franse koning. Gilette blijft haar liefde trouw en slaat alle aanzoeken af. Jaren later, wanneer zij volwassen is, ziet zij in de fistel van de koning haar kans om Bertrand te veroveren. Zij geneest de koning van zijn fistel en mag Bertrand huwen als ‘beloning’. Maar Bertrand wil deze hem opgedrongen echtgenote niet! Hij reist naar Florence, om er ten strijde te trekken tegen Siena. Ondertussen zet Gilette orde op zaken in zijn verwaarloosde graafschap. In Florence raakt Bertrand verliefd op een onbemiddelde freule. Geholpen door de moeder van dit wicht slaagt Gilette erin Bertrand te misleiden. Denkend dat hij zijn freule bemint, bezwangert hij zijn tot dan versmade echtgenote. Wanneer ze hem, nadat ze van een tweeling is bevallen, in Roussillon met de voldongen feiten confronteert, kan hij niet anders dan haar eindelijk te erkennen.

III – 10

De veertienjarige schone Alibech uit Berberije trekt zich terug in de woestijn om te proberen een goed christen te worden. Ze komt daar terecht bij de jonge heremiet Rusticus, die zijn kans ziet om uit te proberen in welke mate hij bestand is tegen de aardse verlokkingen. In het geheel niet, zo blijkt algauw. Rusticus bedenkt een list: onder het mom van een godsdienstoefening zal hij de onschuldige maagd Alibech verschalken. Met zijn ‘duivel’, die op hardnekkige wijze telkenmale in een toestand van ‘opstand’ verkeert, betreedt hij vele malen haar ‘hel’. Beiden worden zo door deze oefening in beslag genomen, dat zij niet anders kunnen dan dit kabinetsstukje meermaals op te voeren.


Giovanni Boccaccio, Decamerone (ca. 1352), vertaling Frans Denissen (2003) 

woensdag 22 maart 2023

gisteren 80

230321

Onze ex-weerman Frank Deboosere laat weten dat hij, nu hij met pensioen is, misschien tijd zal hebben om eens naar Parijs te gaan. Daar is hij namelijk nog nooit geweest. Hij zegt ook niet te zullen schnabbelen bij de commerciële zender. ‘Ik wil niet werken voor een commerciële zender,’ is zijn enige uitleg hierbij. En hij geeft toe, nog steeds in hetzelfde interview, dat hij te laat de ernst van de klimaatverandering juist heeft ingeschat.


Tenslotte zetten wij bijna alle beslissende stappen in ons leven vanuit een onduidelijke innerlijke drijfveer.

W.G. Sebald, Austerlitz (2001; vertaald (2003) door Ria van Hengel), 152-154

6775

Luxembourg, Musée d'Art Moderne - 230204

 

dinsdag 21 maart 2023

gisteren 79

230320

Stel dat je dokter je een kankerdiagnose geeft en meteen zegt dat het volgende bulletin er pas in 2030 komt. Dat is wat het IPCC doet met de update van zijn klimaatrapport. En de diagnose betreft niet één patiënt maar de hele planeet. De planeet is de patiënt. We zullen pas over zeven jaar meer weten over hoe het met hem, met ons, gesteld is. Nochtans laat het nieuwe rapport aan duidelijkheid niets te wensen over. Het gaat slecht met de patiënt. Het lijkt erop dat we in 2030 vooral schade zullen moeten opmeten en onomkeerbaar geworden aftakelingsprocessen vaststellen.


De beweging verzandt in een vorm van systematisch en vruchteloos verzet. Het is een kritische, noodzakelijke en moedige manier van actievoeren, maar helaas volkomen vruchteloos. Er verandert niets mee. Onze strijd houdt de politieke status quo in stand, de illusie van een ideologische confrontatie met de macht. Maar de status quo is altijd in het voordeel van de macht. We moeten verder gaan. We moeten meer doen.

Mohamed Mbougar Sarr, De diepst verborgen herinnering van de mens (vertaling (2022) door Jelle Noorman van La plus secrète mémoire des hommes (2021)), 366

6774

Luxembourg, Musée d'Art Moderne - 230204

 

maandag 20 maart 2023

pauwenveren 36

Al is voor velen ook de kans verkeken, / al moet nog menig moederhart er breken, / al gaat de dood gekleed in valschermzijde, / toch plooit hij zich al ruches en laat blijde / zich door reiger en pauw wat veren geven: / wij naderen het brave burgerleven!

Günter Grass, De blikken trommel, 476

1810

pauwenveren 35

Dat pensionaat was een afgesloten wereld. De pensionaires waren zichtbaar in het dorp: ze liepen van hun klaslokaal naar de slaapzaal en de kapel, voorbij een grote vederpalm op een sokkel, voorbij een Chinese vaas met daarin de pauwenveren symmetrisch geschikt.

Koen Peeters, De bloemen, 62

171204



afscheid van mijn digitaal bestaan 296

voor deze rubriek selecteer ik de beste stukken die op deze blog zijn verschenen

22 september 2011


ANTIVOETBAL

Door een speling van het groepensysteem kwam, op het wereldkampioenschap voetbal in 1982, een Duitse zege met het kleinste verschil tegen Oostenrijk beide ploegen goed uit. Daarmee waren ze allebei geplaatst – ten detrimente van Algerije – en ook hun tegenstander in de volgende ronde kon niet meer veranderen. De match werd rechtstreeks uitgezonden op tv. Ik had het onzalige plan opgevat te kijken.

Tot het vroege doelpunt van de Duitsers verliep de match min of meer normaal – al kan ik me niet van de indruk ontdoen dat de Oostenrijkers ook in die doelpuntfase weinig tegenstand boden. Daarna werd er niet meer gespeeld, enkel geacteerd. Maakte Duitsland een tweede doelpunt, dan lag Oostenrijk eruit; maakte Oostenrijk gelijk, dan ging niet Duitsland maar Algerije naar de volgende ronde. Een duidelijker voorbeeld van een win-winsituatie is nauwelijks denkbaar. Eindeloze driehoekjes werden afgehaspeld, de bal kwam nauwelijks over de middellijn. De tegenpartij belaagde de man in balbezit nauwelijks. De terugspeelbalregel bestond nog niet zodat ook de keeper vaak bij deze pantomime werd betrokken. Het mag een mirakel heten dat de bal soms eens in het bezit van de andere partij kwam. En het moeilijkste moet nog geweest zijn te doen alsof er wél echt werd gespeeld. Dat moet je de heren nageven: daarvoor deden ze hun best. Af en toe trokken ze een spurtje of gingen ze eens de lucht in om een kopbal te imiteren. Af en toe deden ze een sliding – maar je zag dat het niet echt was want ze trokken op tijd hun voet terug om toch maar vooral niemand te kwetsen. Want dat was natuurlijk ook een onderdeel van de afspraak: niet alleen de volgende ronde te bereiken maar dat ook heelhuids en onvermoeid te doen.

Het bleef maar duren. Een voetbalwedstrijd duurt negentig minuten, ook als het geen voetbalwedstrijd is. De scheidsrechter kon niets inbrengen tegen de falsificatie, behalve dan er precies op tijd een einde aan maken. Het publiek, in het stadion maar ook thuis, keek geërgerd maar toch ook gefascineerd toe. Zo openlijk was er nooit tevoren antivoetbal vertoond. De match ging de geschiedenis in als ‘Het bedrog van Gijón’.

De gebeurtenis is relevant omdat hij getuigt van een mentaliteit die niet in alle tijden denkbaar is of zou geduld worden. Het cynisme van de ‘Alte Kameraden’ (zoals de 22 Duitstalige acteurs op een vijandige, naar vroegere afspraken verwijzende Nederlandse website worden genoemd) maakte voorgoed een eind aan het chevalreske ideaal dat toch mede aan de basis moet liggen van sportieve prestaties – we spreken in het geval van bijvoorbeeld een wereldkampioenschap niet toevallig van een ‘tornooi’.

Ik herinner mij de match nog zeer goed. Niet de concrete beelden, wel het gevoel dat ik erbij had. Ik voelde me bedrogen, die heren hadden iets in mij voorgoed kapot gemaakt. 


https://www.youtube.com/watch?v=NFXjgOvKUZg