maandag 6 maart 2023

notitie 368

AFSCHEID VAN EEN AUTEUR

De avonden is een van de allerbeste literaire werken in ons taalgebied. Dat staat voor mij als een paal boven water en daar zal ik allicht in dit leven niet op moeten terugkomen, ook al wordt Gerard Reve omwille van zijn latere werk door het heersende klimaat straks helemaal doodgezwegen. Ik las het boek menigmaal en zal het – deo volente – nog wel een paar keer lezen. Met De avonden bereikte Gerard Reve in 1947 zijn hoogtepunt als schrijver. Een bittere vaststelling is dat want het is zijn prozadebuut (in boekvorm, De ondergang van de familie Boslowits was eerder in een tijdschrift gepubliceerd). In de meer dan een halve eeuw dat hij nadien nog heeft geleefd en geschreven heeft hij deze prestatie niet meer geëvenaard. Enkel met Op weg naar het einde en hier en daar passages in andere romans en brieven en een enkel gedicht kwam hij nog in de buurt. Zijn stijl en archaïsche taalgebruik waren uniek, maar op den duur toch vooral een pastiche of cabotinage waarbij het steeds moeilijker werd om er op een oprechte manier van te genieten. En dan mochten ze stilistisch nog te pruimen zijn, inhoudelijk ging het met de geschriften van de Grote Volksschrijver alleen maar bergaf.

Al is het zeker waar dat Gerard Reve thema’s heeft aangebracht die, ondanks alle luim en ironie, velen hebben beroerd en beziggehouden. Laat ons niet vergeten dat hij de moed heeft gehad om als eerste homoseksualiteit bespreekbaar te maken en op die manier, uiteindelijk, bij te dragen tot de acceptatie ervan. Ook zijn pogingen om een diep doorvoeld existentieel besef van absurditeit om te zetten in een theatrale maar daarom niet minder oprechte poging om alsnog zin te beleven in een zeer persoonlijke interpretatie van het katholieke geloof, verdienen respect. Reve werd daarin ook door prominente katholieke intellectuelen au sérieux genomen, lieden die zich allerminst geschoffeerd wisten door de provocerende vermenging van homo-erotiek en devotie, van sadisme en ironische overgave aan dogma’s die elke rationele overweging tarten. De mariale toewijding van Gerard Reve was een credo quia absurdum – en daarmee zocht hij aansluiting bij een mystieke religiositeit die nu, in deze ontkerstende, gerationaliseerde en heilloze tijd, misschien minder actueel is maar die toch eeuwenlang een gerespecteerde traditie in het christendom en meer bepaald het katholicisme is geweest.

Daartoe aangezet door de podcastreeks Reve tot leven, die ik iedereen kan aanbevelen (omwille van de stem van Reve, de humor, de couleur temporel van de uit Nederlandse omroeparchieven opgegraven geluidsfragmenten en het zeer aangename tempo dat door podcastmaker Lieven Vandenhaute wordt aangehouden) – daardoor dus daartoe aangezet nam ik voor het eerst in 35 jaar nog eens Bezorgde ouders ter hand, de roman waarin, behalve het oeverloze gezeur over drank en de – altijd gedroomde en nimmer gerealiseerde – revistische ensceneringen waarin jonge jongens ter tuchtiging worden aangeboden aan het beminde prijsdier, ook de zogenaamde katholieke dieren ter sprake komen. Met de raaf voorop omdat deze zwartgevederde tweevoeter krast en dus cras zegt, wat binnen de revistische logica een rechtstreeks uit de Bijbel afkomstig citaat is, uiteraard in het Latijn: Hodie mihi, cras tibi. (247)

Ik beken: het heeft mij de grootste moeite gekost om Bezorgde ouders een tweede keer uit te lezen – en ik weet zeker dat het de laatste keer zal zijn. Ik heb het nu wel gehad, denk ik, met dat oeverloze geouwehoer, met die flauwekul en provocaties. Hier is een man op zijn retour aan de slag, stevig aan de drank, op de bodem van zijn creatieve vermogens. Het is gelul van een auteur die van zichzelf weet dat hij niets anders meer weet voort te brengen en die, terend op reputatie en renommee, nog één keer wil uitproberen hoever hij te ver kan gaan. Meermaals heb ik mij afgevraagd wat je over je kop zou krijgen als je het zou wagen met zoiets vandaag te debuteren.

Overigens is deze kritiek niet ingegeven door nieuwe preutsheid of wokisme. Natuurlijk zou Reve in de ogen van velen, gesteld dat ze hem nog zouden lezen, quod non, seksistisch en racistisch overkomen. Maar wie dát in hem leest, leest hem verkeerd en heeft geen oog voor de stijl, de humor, de treurige wanhoop, de ironische ironie en zelfrelativering. Kwaliteiten die er onmiskenbaar zijn maar op niets dan herhaling en het uitmelken van een procedé berusten, en tot niets dan oeverloos- en uitzichtloosheid leiden. Het beste waartoe deze lectuur leidt is een doorvoeld mededogen voor een auteur die de pijn en het onvermogen om te leven van zich probeert af te schrijven – terwijl ik dit schrijf, weet ik dat het pathetisch klinkt, maar het sluit perfect aan bij wat ik voelde bij het beluisteren van de podcast: de diepe eenzaamheid waarin de drank Reve opsloot, de waardigheid waarmee hij op zijn beste momenten zich daarboven wist te verheffen, de in hersenverweking gematerialiseerde neergang van de laatste jaren waarin, na Bezorgde ouders, niets van blijvende waarde nog tot stand kwam.

Waardoor je nu moet concluderen dat, behoudens als auteur van De avonden, het belang van Gerard Reve vooral gelegen is in het feit dat hij met zijn archaïserende en ironische stijl en postmoderne kijk op leven en zingeving een hele generatie Nederlandstalige schrijvers, niet het minst in Vlaanderen, tot op de rand van het epigoonschap heeft beïnvloed. Ik denk aan Herman Brusselmans en Christophe Vekeman, de schrijvers die in de podcastreeks de twee beste afleveringen voor hun rekening nemen.


Gerard Reve, Bezorgde ouders, 1988
Podcastreeks Reve tot leven: Reve tot leven podcast | VRT MAX