donderdag 23 maart 2023

gisteren 81

230322

De toelichting Influence and Controversy, bonus op de dvd, helpt wel om de film Performance van Donald Cammell en Nicolas Roeg uit 1970 beter te begrijpen en waarderen. De acteerprestaties zijn niet verbluffend (al moet ik zeggen: wie kan er beter dan Mick Jagger Mick Jagger spelen?) en het verhaal glijdt nagenoeg volledig van mij af (ik ga ervan uit dat er een verhaal is) – maar wat wel bijblijft, zijn de kleuren, de fotografie en het tijdsbeeld.

Ik lees dat boek nu al een zesde keer en nog steeds haal ik er nieuwe dingen uit. Maar voor het eerst vind ik ook een paar zwakke plekken. Sommige overgangen, met name, lijken geforceerd, niet dwingend genoeg. Waarom haalt Sebald er opeens Casanova bij? En hoe komt de verteller, via zijn bemiddelaar Austerlitz, in godsnaam in Marienbad terecht? Om daar wat te doen?


En toch, zei Věra, zo vervolgde Austerlitz, was Maximilian geenszins van mening dat het Duitse volk het ongeluk in gejaagd was; volgens hem had het zichzelf fundamenteel opnieuw geschapen en deze perverse vorm aangenomen vanuit ieders persoonlijk verlangen en de gevoelens die in de gezinnen werden gekoesterd, en vervolgens had het de nazibonzen, die Maximilian zonder uitzondering warhoofden en luilakken vond, voortgebracht als symbolische exponenten van de eigen innerlijke roerselen.

W.G. Sebald, Austerlitz (2001; vertaald (2003) door Ria van Hengel), 191



6776

Luxembourg, Musée d'Art Moderne - 230204

 

notitie 372

DERDE DAG 6-10


III – 6

De jonge en gehuwde Napolitaanse edelman Ricciardo Minutolo is verliefd op de echtgenote van Filippello Sighinolfi, de schone, deugdzame, jaloerse en niet te vermurwen Catella. Ricciardo ontwaart in Catella’s jaloezie een mogelijkheid. Hij maakt haar wijs dat haar echtgenoot Filippello een affaire heeft. Als zij dat wenst, kan zij haar echtgenoot in het badhuis betrappen. Maar er is natuurlijk niets van aan. De snode Ricciardo ontvangt in een verduisterde kamer in het badhuis Catella, en bedrijft zonder een woord te spreken de liefde met haar. Zij denkt dat hij Filippello is die op zijn beurt denkt dat zij de echtgenote is van Ricciardo. Wanneer Ricciardo zijn ware identiteit aan Catella onthult, kost het hem enige moeite om haar voor zich te winnen met het vooruitzicht in de toekomst nog vaker van zijn gunsten en vaardigheden te zullen kunnen genieten.

III – 7

Ermellina, echtgenote van Aldobrandino Palermini, zet op zekere dag haar minnaar Tedaldo degli Elisei aan de kant. Deze jongeman weet met zijn verdriet geen blijf en verlaat de stad als vennoot van een koopman. Na zeven jaar op Cyprus zaken te hebben gedaan keert hij als een rijk man, maar vermomd als pelgrim en onder de schuilnaam Filippo di San Lodeccio, naar Florence terug. Hij hoopt nog altijd Ermellina te zullen terugzien. Tot zijn niet geringe verbazing verneemt hij dat Aldobrandino een gevangenisstraf uitzit omdat hij... Tedaldo zou hebben vermoord. Althans iemand die Aldobrandino ten onrechte voor Tedaldo heeft gehouden. Door een toch wel onwaarschijnlijk toeval komt Tedaldo/Filippo aan de weet dat zijn drie broers Aldobrandino aan de galg hebben gepraat. De volgende dag gaat Tedaldo/Filippo langs bij Ermellina. Zij herkent hem niet. Het wordt al snel duidelijk dat zij hem altijd graag is blijven zien maar dat zij onder druk van haar biechtvader afstand van hem heeft genomen. Pelgrim Filippo overtuigt haar dat niet haar overspel maar wel haar ontrouw ten aanzien van haar minnaar haar werkelijke zonde is geweest. Hij laat haar beloven dat mocht Tedaldo terugkomen, zij hem opnieuw haar liefde zal schenken. Pas dan onthult Filippo/Tedaldo zijn ware identiteit. Hij trekt nu naar de gevangenis om Aldobrandino te bewerken. Hij vraagt hem om zijn drie broers hun vergissing te vergeven. De baljuw, die Aldobrandino door middel van marteling valse bekentenissen over de moord had afgedwongen, weet hij te overtuigen om de ware schuldigen van de moord op wie zij voor Tedaldo hielden op te pakken. Tedaldo kan nu met een gerust gemoed zijn weldaden bij Ermellina vieren. Daarna volgen nog een feest waarop Tedaldo zich ten overstaan van iedereen kenbaar maakt en de onthulling van de ware identiteit van de vermoorde lookalike van Tedaldo: de huursoldaat Faziolo uit Pontremoli, die op het verkeerde moment op de verkeerde plek was.

III – 8

De abt van een klooster in Toscane is een voorbeeldig man met slechts één zwakke plek: zijn voorliefde voor vrouwelijk schoon. Hij wordt verliefd op de gade van de domme maar zeer tot jaloezie geneigde boer Ferondo. Diens vrouw, die Ferondo een sufkop vindt, gaat bij de abt te rade. Ze sluiten een deal: de abt zorgt ervoor dat Ferondo tijdelijk verdwijnt en zij verleent hem haar gunsten. Met gebruikmaking van gif voltrekt de abt zijn vermetel plan. Wanneer de boer ontwaakt uit zijn gifslaap, wordt hem wijsgemaakt dat hij zich in het vagevuur bevindt en dat hij daar pas uit zal worden vrijgelaten als hij belooft nooit meer jaloers te zijn. Ondertussen heeft de abt boers vrouw bezwangerd. Ferondo wordt uit het zogenaamde vagevuur bevrijd en wijsgemaakt dat hij de vader is van het kind.

III – 9

Als kind is Gilette, dochter van de lijfarts van de graaf van Roussillon, verliefd geworden op ‘s graafs zoon Bertrand. Na de dood van zijn vader wordt Bertrand toevertrouwd aan de voogdij van de Franse koning. Gilette blijft haar liefde trouw en slaat alle aanzoeken af. Jaren later, wanneer zij volwassen is, ziet zij in de fistel van de koning haar kans om Bertrand te veroveren. Zij geneest de koning van zijn fistel en mag Bertrand huwen als ‘beloning’. Maar Bertrand wil deze hem opgedrongen echtgenote niet! Hij reist naar Florence, om er ten strijde te trekken tegen Siena. Ondertussen zet Gilette orde op zaken in zijn verwaarloosde graafschap. In Florence raakt Bertrand verliefd op een onbemiddelde freule. Geholpen door de moeder van dit wicht slaagt Gilette erin Bertrand te misleiden. Denkend dat hij zijn freule bemint, bezwangert hij zijn tot dan versmade echtgenote. Wanneer ze hem, nadat ze van een tweeling is bevallen, in Roussillon met de voldongen feiten confronteert, kan hij niet anders dan haar eindelijk te erkennen.

III – 10

De veertienjarige schone Alibech uit Berberije trekt zich terug in de woestijn om te proberen een goed christen te worden. Ze komt daar terecht bij de jonge heremiet Rusticus, die zijn kans ziet om uit te proberen in welke mate hij bestand is tegen de aardse verlokkingen. In het geheel niet, zo blijkt algauw. Rusticus bedenkt een list: onder het mom van een godsdienstoefening zal hij de onschuldige maagd Alibech verschalken. Met zijn ‘duivel’, die op hardnekkige wijze telkenmale in een toestand van ‘opstand’ verkeert, betreedt hij vele malen haar ‘hel’. Beiden worden zo door deze oefening in beslag genomen, dat zij niet anders kunnen dan dit kabinetsstukje meermaals op te voeren.


Giovanni Boccaccio, Decamerone (ca. 1352), vertaling Frans Denissen (2003) 

woensdag 22 maart 2023

gisteren 80

230321

Onze ex-weerman Frank Deboosere laat weten dat hij, nu hij met pensioen is, misschien tijd zal hebben om eens naar Parijs te gaan. Daar is hij namelijk nog nooit geweest. Hij zegt ook niet te zullen schnabbelen bij de commerciële zender. ‘Ik wil niet werken voor een commerciële zender,’ is zijn enige uitleg hierbij. En hij geeft toe, nog steeds in hetzelfde interview, dat hij te laat de ernst van de klimaatverandering juist heeft ingeschat.


Tenslotte zetten wij bijna alle beslissende stappen in ons leven vanuit een onduidelijke innerlijke drijfveer.

W.G. Sebald, Austerlitz (2001; vertaald (2003) door Ria van Hengel), 152-154

6775

Luxembourg, Musée d'Art Moderne - 230204

 

dinsdag 21 maart 2023

gisteren 79

230320

Stel dat je dokter je een kankerdiagnose geeft en meteen zegt dat het volgende bulletin er pas in 2030 komt. Dat is wat het IPCC doet met de update van zijn klimaatrapport. En de diagnose betreft niet één patiënt maar de hele planeet. De planeet is de patiënt. We zullen pas over zeven jaar meer weten over hoe het met hem, met ons, gesteld is. Nochtans laat het nieuwe rapport aan duidelijkheid niets te wensen over. Het gaat slecht met de patiënt. Het lijkt erop dat we in 2030 vooral schade zullen moeten opmeten en onomkeerbaar geworden aftakelingsprocessen vaststellen.


De beweging verzandt in een vorm van systematisch en vruchteloos verzet. Het is een kritische, noodzakelijke en moedige manier van actievoeren, maar helaas volkomen vruchteloos. Er verandert niets mee. Onze strijd houdt de politieke status quo in stand, de illusie van een ideologische confrontatie met de macht. Maar de status quo is altijd in het voordeel van de macht. We moeten verder gaan. We moeten meer doen.

Mohamed Mbougar Sarr, De diepst verborgen herinnering van de mens (vertaling (2022) door Jelle Noorman van La plus secrète mémoire des hommes (2021)), 366

6774

Luxembourg, Musée d'Art Moderne - 230204

 

maandag 20 maart 2023

pauwenveren 36

Al is voor velen ook de kans verkeken, / al moet nog menig moederhart er breken, / al gaat de dood gekleed in valschermzijde, / toch plooit hij zich al ruches en laat blijde / zich door reiger en pauw wat veren geven: / wij naderen het brave burgerleven!

Günter Grass, De blikken trommel, 476

1810

pauwenveren 35

Dat pensionaat was een afgesloten wereld. De pensionaires waren zichtbaar in het dorp: ze liepen van hun klaslokaal naar de slaapzaal en de kapel, voorbij een grote vederpalm op een sokkel, voorbij een Chinese vaas met daarin de pauwenveren symmetrisch geschikt.

Koen Peeters, De bloemen, 62

171204



afscheid van mijn digitaal bestaan 296

voor deze rubriek selecteer ik de beste stukken die op deze blog zijn verschenen

22 september 2011


ANTIVOETBAL

Door een speling van het groepensysteem kwam, op het wereldkampioenschap voetbal in 1982, een Duitse zege met het kleinste verschil tegen Oostenrijk beide ploegen goed uit. Daarmee waren ze allebei geplaatst – ten detrimente van Algerije – en ook hun tegenstander in de volgende ronde kon niet meer veranderen. De match werd rechtstreeks uitgezonden op tv. Ik had het onzalige plan opgevat te kijken.

Tot het vroege doelpunt van de Duitsers verliep de match min of meer normaal – al kan ik me niet van de indruk ontdoen dat de Oostenrijkers ook in die doelpuntfase weinig tegenstand boden. Daarna werd er niet meer gespeeld, enkel geacteerd. Maakte Duitsland een tweede doelpunt, dan lag Oostenrijk eruit; maakte Oostenrijk gelijk, dan ging niet Duitsland maar Algerije naar de volgende ronde. Een duidelijker voorbeeld van een win-winsituatie is nauwelijks denkbaar. Eindeloze driehoekjes werden afgehaspeld, de bal kwam nauwelijks over de middellijn. De tegenpartij belaagde de man in balbezit nauwelijks. De terugspeelbalregel bestond nog niet zodat ook de keeper vaak bij deze pantomime werd betrokken. Het mag een mirakel heten dat de bal soms eens in het bezit van de andere partij kwam. En het moeilijkste moet nog geweest zijn te doen alsof er wél echt werd gespeeld. Dat moet je de heren nageven: daarvoor deden ze hun best. Af en toe trokken ze een spurtje of gingen ze eens de lucht in om een kopbal te imiteren. Af en toe deden ze een sliding – maar je zag dat het niet echt was want ze trokken op tijd hun voet terug om toch maar vooral niemand te kwetsen. Want dat was natuurlijk ook een onderdeel van de afspraak: niet alleen de volgende ronde te bereiken maar dat ook heelhuids en onvermoeid te doen.

Het bleef maar duren. Een voetbalwedstrijd duurt negentig minuten, ook als het geen voetbalwedstrijd is. De scheidsrechter kon niets inbrengen tegen de falsificatie, behalve dan er precies op tijd een einde aan maken. Het publiek, in het stadion maar ook thuis, keek geërgerd maar toch ook gefascineerd toe. Zo openlijk was er nooit tevoren antivoetbal vertoond. De match ging de geschiedenis in als ‘Het bedrog van Gijón’.

De gebeurtenis is relevant omdat hij getuigt van een mentaliteit die niet in alle tijden denkbaar is of zou geduld worden. Het cynisme van de ‘Alte Kameraden’ (zoals de 22 Duitstalige acteurs op een vijandige, naar vroegere afspraken verwijzende Nederlandse website worden genoemd) maakte voorgoed een eind aan het chevalreske ideaal dat toch mede aan de basis moet liggen van sportieve prestaties – we spreken in het geval van bijvoorbeeld een wereldkampioenschap niet toevallig van een ‘tornooi’.

Ik herinner mij de match nog zeer goed. Niet de concrete beelden, wel het gevoel dat ik erbij had. Ik voelde me bedrogen, die heren hadden iets in mij voorgoed kapot gemaakt. 


https://www.youtube.com/watch?v=NFXjgOvKUZg


gisteren 78

230319

De kunstveiling voor het goede doel (de aankoop van een mobiele douchecabine voor de vluchtelingen in Duinkerken, die door de organisatoren niet vluchtelingen of transmigranten maar ‘droomreizigers’ worden genoemd) was een groot succes. De meeste werken gingen van de hand voor een som die soms aanzienlijk hoger lag dan de instelprijs.


X vertelt hoe hij – lang geleden – van Hugo Claus een briefje terugkreeg nadat hij hem een paar van zijn gedichten had opgestuurd. Omdat die gedichten over huishoudtoestellen handelden, raadde Claus X aan om eens te spieken bij Francis Ponge.


Reizen met overjaarse reisgidsen is een nogal speciale liefhebberij, vooral geschikt voor mensen die zich uit aangeboren conservatisme voortdurend lopen te ergeren aan het feit dat alles verandert – misschien meer een pathologie dan een hobby dus.

Benno Barnard, Een vage buitenlander. Terug naar Engeland (2009), 193

6773

Luxembourg, Philharmonie - 230204

 

zondag 19 maart 2023

gisteren 77

230318

Half elf in de voormiddag. Ik drink een koffie op een terras van een van de cafés aan de Grote Markt van Kortrijk. Wat verderop laat een kleurrijke en luidruchtige groep jongemannen ondanks het vroege uur al stevige biertjes aanrukken. Ze zijn allemaal op een verschillende manier verkleed: als bouwvakker, als kok, als militair… Een ervan draagt een rok en een pruik. Om hem draait het vandaag. Telkens er een koppel – man en vrouw – passeert, veert hij recht en neemt de plaats van de vrouw in. De man, uiteraard een wildvreemde, weet wat van hem wordt verwacht en speelt zijn rol: hij loopt een eindje arm in arm met de als vrouw verklede jongeman. Zijn ontriefde partner kijkt geamuseerd toe en speelt de verongelijkte echtgenote. Tussen de tafels aan mijn voeten maken twee duiven elkaar het hof.

Op Facebook verneem ik dat de gedeputeerde die eergisteren aanstoot nam aan de foto’s die in de Arenbergschouwburg tussen beeltenissen van belangrijke witte mannen van weleer waren opgehangen verstand heeft van portretten. In 2004 was Luk Lemmens, als bestuurslid van het IJzerwakecomité, medeverantwoordelijk voor de regie van deze jaarlijkse bijeenkomst van extreemrechts. Daar mocht een groot portret van Staf De Clercq uiteraard niet ontbreken. (https://kafka.nl/yzerwake-2004/)


Ik lunch in de Eagle and Child, niet omdat Tolkien en C.S. Lewis daar bier plachten te drinken, maar wel omdat het een smaakvol scheefgezakte pub is, waar het houtwerk is gesatureerd van een paar eeuwen ale morsen. Naast me zitten enkele dons, onder wie een vent met vieze dikke lippen en een walmende pijp, die een monoloog over Blair houdt en intussen met zijn vuilgele ogen gaten brandt in het welgevulde bloesje van een studente, twee tafeltjes verderop.

Benno Barnard, Een vage buitenlander. Terug naar Engeland (2009), 161



gisteren 76

230317

Gesprekken opgevangen in de bar.

Op een huwelijksfeest zat mijn vriendin naast Thomas Buffel. Ik hoorde haar vragen aan de ex-voetballer – hij speelde toen nog – wat zijn beroep was. “Ik voetbal,” zei Buffel. “Ja, maar wat is uw beroep?” Ik wilde onder tafel kruipen!’

Ik was laatst op een huwelijksfeest in de Limburg. We hadden, uiteraard, op voorhand niets gegeten. Wisten wij veel dat ze daar geen eten geven!’

In Holland geven ze je om 10 uur een oprotkoffie! Hier moet het feest dan nog beginnen. Maar ja, tegen dan geraken de meesten al niet meer van tafel weg. Ze zitten daar volgeboeft.’


Als je een rol in een toneelstuk op je hebt genomen die te moeilijk voor je is, dan heb je niet alleen in die rol een flater geslagen, maar tevens de rol die je wél had aangekund, laten lopen.

Epiktetos, Zakboekje. Wenken voor een evenwichtig leven, 59 (vertaling Hein L. van Dolen en Charles Hupperts)



6772

Trier - 230204

 

zaterdag 18 maart 2023

notitie 371

EEN WANDELING


Dag Pascal, enige tijd gelegen had je het op je blog kort over een vrouw die Papyrus van Irene Vallejo aan het lezen was. Wist je dat er in dat boek een mooie bespiegeling staat over het door jou zo geliefde Austerlitz van W.G. Sebald en bij uitbreiding zijn hele werk?’ Zo vraagt een – virtuele – vriend me via Messenger. Neen, dat wist ik niet. Ik heb ooit in de boekhandel dat boek van Vallejo ter hand genomen, maar kon toen aan de verleiding weerstaan. Nu heb ik, na eerst op de website te hebben geverifieerd of het werk daar in de collectie is opgenomen en aanwezig is, een mooie bestemming voor mijn namiddagwandeling: de stadsbibliotheek. Dank u, Dirk S.!

Nog voor ik daar ben aangekomen, heb ik met drie mensen van vlees en bloed gesproken in wier reële levens ik anders vandaag niet onverwacht zou zijn opgedoken.

Mijn buurvrouw Charlotte is de eerste. Omdat ik vandaag nog niet naar beneden ben gegaan, leeg ik eerst en vooral mijn postbus. Blijkbaar is er weer een vervanger aan het werk want van de vier poststukken zijn er drie verkeerd bezorgd. Een van de bestemmelingen woont in het blok naast het mijne. En daar woont ook Charlotte. Zoals zo vaak is zij ook nu weer in haar keuken bezig. Ik zwaai met de brief, zo van: zie mij hier nu eens facteur spelen. Charlotte opent haar raam en we zijn vertrokken voor een praatje over de neergang van het postbedrijf.

De tweede persoon die ik zie, is X. Hij heeft iets voor mij weten te regelen – iets waarop ik om privacyredenen op dit publieke forum niet kan ingaan. Maar hartverwarmend is onze ontmoeting wel.

In de Sint-Jacobsstraat zie ik Joke Boudens. ‘Dag mevrouw Boudens.’ Ze kijkt verrast op. Ik ken Joke niet heel goed, eigenlijk zelfs helemaal niet. Daarom ook spreek ik haar met ‘mevrouw’ aan. Zij is de oudere zus van Kristoffel, die in mijn zogenaamde ‘echte’ leven wél regelmatig opduikt, en dat al vele decennia. Maar ik weet wel waarmee Joke zich bezighoudt. Ik weet dat zelfs vrij goed want zij maakt – op Facebook – de vruchten van haar arbeid openbaar en ik kan daar telkens alleen maar met aan verstomming grenzende verbazing naar kijken. Joke, telg van een kalligrafen- en letterkunstenaarsgeslacht, vervaardigt met ultrafijne stiftjes en vaste hand, en vooral met engelengeduld, uitermate precieze, merkwaardig minutieuze, ultrarealistische tekeningen, vaak zijn het patronen, heel vaak ook zijn er teksten in verweven. Ik vraag haar hoe zij dat in godsnaam voor elkaar krijgt. In het antwoord hoor ik gedrevenheid en enthousiasme. Ik toon hier, niet na haar daar eerst de toestemming voor te hebben gevraagd, een voorbeeld van die tekeningen, een waarop een terugkeer naar huis het onderwerp is.

En dan kom ik in de bibliotheek, waar ik, geholpen door het namenregister achterin het boek, vrij vlug in Papyrus de mij door Dirk S. gesignaleerde passage over Austerlitz aantref. Ik trek mij met het boek terug in de leeszaal waaruit, zoals ik opmerk, sinds de laatste keer dat ik er ben geweest de steekkastkasten zijn verdwenen. Vallejo focust op een passage in een boekhandel – niet vreemd voor een boek dat over boeken gaat: Austerlitz wordt in een door uitbaatster Penelope (!) Peaceful door een gesprek op de radio die daar speelt naar zijn verleden teruggekatapulteerd, naar zijn Ithaca. Daar en dan eindigt zijn zelfopgezochte teruggetrokken bestaan, zijn quarantaine; daar en dan kan hij aan de zoektocht naar zijn identiteit beginnen.

Alvorens naar huis terug te keren, loop ik toch nog even boekhandel Raaklijn binnen. Ik koop niets, maar krijg van Cécile, de Penelope van dienst, toch, ik veronderstel omdat ik een trouwe, om niet te zeggen vaste klant ben, het boekenweekgeschenk mee: De eerlijke vinder van mijn Facebookcontact Lize Spit. Je vindt wat je niet hebt gezocht. Ik bedank Cécile en zeg haar nog dat zij, Spit bedoel ik, niet mijn beste vriendin is, maar dat ik haar gebaar, dat van Cécile dus, toch wel apprecieer.

Cécile heeft dezelfde voornaam als wijlen mijn moeder.

Dit is mijn wereld: bits and bites, vlees en bloed, papier en woorden, toeval en noodzaak. Associëren en dan altijd met iets wat er voorheen niet was terugkeren naar huis.



http://www.jokeboudenslettering.com/


6771

Trier, Basiliek van Constantijn en Keurvorstelijk Paleis - 230204

 

vrijdag 17 maart 2023

gisteren 75

230316

In Nederland hebben ‘normale’ mensen voor de Boeren Burger Beweging gestemd, stelt Caroline van der Plas, de voorzitster van die politieke partij. Normaal? Met een groot deel van haar programma lijkt deze beweging in vergelijking met de Vlaamse partijen nog het dichtst bij het Vlaams Belang aan te leunen: pro-boeren en dus pro-agrolandbouw, bijgevolg niet-ecologisch, niet bepaald vreemdelingenvriendelijk, in sociaal opzicht eerder links. Als het stemgedrag van de ‘normale’ mensen, de modale mensen zeg maar, de mensen met een gezond boerenverstand als het ware, leidt tot een verkiezingsoverwinning van die omvang, dan kan de Vlaamse politiek zich maar beter schrap zetten en hopen dat er hier niet ook een ‘tractordiva’ de kop opsteekt.

In Frankrijk komen mensen spontaan de straat op omdat de president het parlement overslaat. Die politieke verantwoordelijkheidszin klinkt een Vlaming, of een Belg, bijna archaïsch in de oren. Als het zijn oren al bereikt.


We passeren een solitaire telefooncel, een van het oude, knalrode type, die van ‘jaren her neergezet’ op zijn gemak naar ‘geplant als een boom’ is geëvolueerd. Zoals de mens zich naar fysieke versmelting met de computer haast, zo heeft menige inheemse telefooncel zich als het ware achterwaarts ontwikkeld, alsof hij Darwin zoekt.

Benno Barnard, Een vage buitenlander. Terug naar Engeland (2009), 108

6770

Trier, Basiliek van Constantijn - 230204

 

donderdag 16 maart 2023

notitie 370

BURGEMEESTER EN ONDERNEMER


Het stond in de sterren geschreven dat de N-VA-mandatarissen het boek Over woke van hun voorzitter als het startsein zouden beschouwen, en als een legitimatie, om metterdaad ten strijde te trekken tegen cultuuruitingen die hun niet welgevallig zijn. Nog maar net heeft de voorzitter de cultuuroorlog waar zijn partij garen bij spint aangewakkerd en zijn boodschap in zowat alle studio’s en in alle media uitgedragen, of in Antwerpen zit het er (alweer) bovenarms op in een bagatel tussen de behoeders van het monoculturele witte Vlaamse cultuureigen en de stoute linkse diversiteitsdenkers.

Het strijdtoneel is de trappenhal van de Arenbergschouwburg. Daar hangen sinds jaar en dag, sinds ergens in de tweede helft van de negentiende eeuw om bij benadering precies te zijn, twaalf laat-achttiende-eeuwse schilderijen voorstellende evenveel voor de stad belangrijke mannen. Deze manifestatie van macht en belang ademt volop de geest van een tijd waarin het usance was de nationale identiteit te vestigen en op te krikken door middel van het vertoon van belang, prestige en macht. Monocultureel en mannelijk uiteraard – zo was dat in die tijd.

Directeur Milan Rutten, nu werkzaam op het kabinet van federaal minister Gennez (Vooruit), vond dat het in een grondig gewijzigde maatschappelijke context wel eens tijd werd voor een actualisering van deze decoratie. Hij vroeg de internationaal gerenommeerde Antwerpse/Vlaamse/Belgische (schrappen wat niet past) fotograaf Mous Lamrabat om een eigentijdse invulling. Mous, die eigenlijk in eerste instantie een internationale fotograaf is met een wereldwijde renommee, verving vier van de twaalf schilderijen door evenveel foto’s van personen die, samen met de acht witte heren die waren blijven hangen, moesten zorgen voor een adequatere representatie van het leven zoals het zich anderhalve eeuw later buiten de schouwburg in de straten van de Koekenstad afspeelt.

Luk Lemmens, gedeputeerde voor de N-VA, vond dat niet kunnen. Zijn argumentatie had zo uit het boek van De Wever kunnen komen, heb ik de indruk: ‘Zo probeert men de geschiedenis te wissen onder druk van de wokecultuur die een groep van intellectuelen aanhangt. Ik verzet mij tegen het herschrijven van de geschiedenis.’ Lemmens vindt het billijk dat de diversiteit in de samenleving wordt weerspiegeld, maar die twaalf schilderijen maken deel uit van ons erfgoed en daar blijf je met je islamitische fikken af. Overigens zegt Lemmens ook, en daar schemert nog wel iets anders door: ‘Het stoort mij dat men het beeld van blanke mannen wil doen verdwijnen.’

Lemmens zegt dus drie dingen:

1. laat die blanke mannen hangen
2. hang er
al zeker geen diversiteit voor in de plaats
3. erfgoed dient te worden beschermd

En achter dat laatste argument verschuilt hij zich. Een probleempje voor Lemmens is evenwel dat de schilderijen geen beschermd erfgoed zijn. Het gebouw is geen beschermd monument, het staat enkel op de lijst van bouwkundig erfgoed. De aankleding van de interieurs is niet onderworpen aan beschermingsplicht.

Het uitwissen van het verleden is waanzin. Aan deze cancelcultuur doe ik niet mee,’ zegt Antwerps schepen van Cultuur Nabilla Ait Daoud (N-VA) desalniettemin. (Eerder liet deze politica zich al eens tot ver op de parking opmerken, niet met visionaire culturele projecten maar met het ontslaan van een Antwerpse stadsdichteres vanwege een te kritisch gedicht.)

Het kan toch niet dat schilderijen van zowel de [16de-eeuwse, red.] Antwerpse burgemeester Filips van Marnix als ondernemer Gilbert van Schoonbeke gewoon werden verwijderd.’ Zo zegt Nabilla ook nog (in De Standaard van 16 maart). De verre opvolger van Filips van Marnix kennen we. Het zou grappig zijn als het niet zo triestig en bekrompen was dat ook in deze akkefiet het ondernemingsleven niet onvermeld kon blijven.


Foto: Patrick De Roo





gisteren 74

230315

Op het proces over de tijdens een doopritueel om het leven gebrachte medestudent heeft de moeder van het slachtoffer een van de daders een ‘knuffel’ gegeven. Dat hoor ik op het nieuws. Zij werd daartoe aangezet door diens betuigde spijt en schaamte. De pers smult. Opnieuw wordt ingezoomd op een emotie, waardoor het grote geheel wazig wordt. Beertjes en kaarsen op de plek van het accident; de tranen van de nabestaande; een mooi in beeld gebrachte troostende aanraking; de wezenloos voor zich uit starende overlever. Ik kan het woord ‘knuffel’ niet meer horen zonder mij daarbij dat hele sentimentalisme voor te stellen waarin we volop aan het wegzinken zijn.

In het Vlaamse parlement zegt een Vlaamse minister van N-VA-signatuur dat het een ‘misdrijf’ zou zijn indien een federale minister (van cd&v) haar plan zou uitvoeren om een vluchtelingennederzetting te laten bouwen in de buurt van een natuurgebied in de Kempen.

Ik ben het volledig eens met Koen Lemmens, die in een radiobijdrage ten strijde trekt tegen het betutteling versterkende gebruik van het diminutief.


In een wanhoopspoging probeerde Charles hem te laten instemmen met een inleiding of een voorwoord, een toelichting op zijn werkwijze. Ook dat idee wees Elimane woedend van de hand. Hij zei dat er niets zo erg was als een werk dat uitleg gaf, zichzelf toelichtte, aanwijzingen verschafte zodat de lezer het begreep of begrip had voor wat het was.

Mohamed Mbougar Sarr, De diepst verborgen herinnering van de mens, 237



6769

Trier, Hohe Domkirche - 230204

 

woensdag 15 maart 2023

facebookbericht 1155

Facebookvriend Sammy ergert zich aan een bankoperatie, door hemzelf thuis en digitaal uit te voeren natuurlijk, waarbij de app itsme moet worden geïnstalleerd, enzoverder enzovoort…

Als ik als verstandige mens van 61 bijna dagelijks dat soort digistress en digidiscriminatie moet ondergaan, dan is er inderdaad iets fundamenteel fout en moeten er massa's mensen zijn die zich aan dit soort dingen ergeren. Inderdaad, en ik zal dat woord niet rap in de mond nemen: fuck. Het is, onder het mom van vooruitgang, ook en in bepaalde opzichten vooral een afbraak van heel veel. Ze zullen je zeggen, Sammy: 'Je bent een halfuur kwijt. Vroeger moest je door weer en wind naar de bank, daar een kwartier wachten, en si en la en nog ergens een formulier ophalen enzovoort. Dan zou je veel meer dan een halfuur kwijt zijn.' Maar dan was er tenminste menselijk contact, dan was er tenminste verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid. Nu moet iedereen het zélf doen en je kunt er zeker van zijn dat heel veel mensen niet bereiken wat ze aanvankelijk van plan waren.


facebookbericht 1154

Ook bezig met De diepst verborgen herinnering van een mens. Inderdaad goed, maar wel wat overgeconstrueerd, vind ik. Brief in een jaszak gevonden, en die jas zat dan weer in een koffer, en die koffer in een kluis, enzovoort. Maar waarover gaat het 'eigenlijk'? Over het schrijven van Sarr als Afrikaan-van-kleur in Europa zelf, natuurlijk. Enfin – ik moet het nog zien, ben nog maar halfweg.

notitie 369

EEN DETAIL BIJ CHATEAUBRIAND


Wie heeft de volledige, bijna tweeduizend pagina’s tellende Mémoires d’outre-tombe gelezen? Ik in elk geval niet, zelfs niet de door Frans van Woerden samengestelde, vertaalde en ingeleide bloemlezing die in 2000 onder de titel Memoires van over het graf verscheen. Ja, wie leest nu nog zoiets? Ik vermoed dat zelfs de hieronder vernoemde schrijvers allicht niet de hele postuum verschenen autobiografie van François-René de Chateaubriand hebben doorgenomen. Niet dat ik dat hun zou willen aanwrijven – ik wil het enkel hebben over een opvallend detail.

Bijna exact veertien jaar geleden, 10 maart 2009 om precies te zijn, ging ik een eerste keer in op een een chateaubrianesk detail. Dat gebeurde naar aanleiding van mijn lectuur van De ringen van Saturnus van W.G. Sebald en van, min of meer in dezelfde periode, De ontdekking van Frankrijk van Graham Robb, die ergens, net als Sebald, kort focust op de somberheid van het kasteel van Combourg, waar Chateaubriand opgroeide. Robb haalt de Engelse agronoom Arthur Young aan, die op het eind van de achttiende eeuw schreef over zijn reis door Frankrijk en die vooral voor de lelijkheid en vuilheid van de steden en dorpen oog leek te hebben. Hij was ook in het Normandische Combourg gepasseerd, ‘een van de verschrikkelijkste smerige steden die er maar zijn’. Hoe kan die ‘monsieur de Chateaubriant [sic]’, de eigenaar en bewoner van het plaatselijke kasteel, ‘leven te midden van zoveel vuil en armoede?’ (107)

François-René de Chateaubriand merkte in zijn memoires fijntjes op dat die ‘monsieur’ zijn vader was. Diens kasteel was inderdaad wat ‘donker en plechtstatig’. En François-René kon het weten. In het derde boek van zijn memoires heeft hij het over de ‘sombere rust op het château van Combourg’ (63) François-René herinnert zich de lange donkere avonden die hij na het souper samen met zijn moeder en zus in de grote eetzaal aan het haardvuur doorbracht. Op een tafeltje naast de divan waarop zijn moeder was neergezegen, brandde een kaarsje. Chateaubriand père struinde heen en weer, met op zijn kalende hoofd ‘een grote witte slaapmuts die rechtop stond’. ‘De immens grote zaal werd zo zwak door dat ene kaarsje verlicht dat, als hij al ijsberend zich een eind van de haard had verwijderd, hij niet meer te zien was; dan hoorde je hem alleen nog maar ergens in het duister rondmarcheren: vervolgens keerde hij langzaam weer naar het licht terug en doemde dan geleidelijk aan op uit de duisternis, als een soort spook, met zijn witte gewaad, zijn witte muts, en zijn langgerekte, bleke gezicht.’ (64) Licht en duisternis, onbehagen en humor vormen de bestanddelen van deze filmische scène, die ook Sebald is bijgebleven. Hij parafraseert de zoon van de koddig uitgedoste ijsberende kasteelheer: ‘Zodra hij bij deze wandelingen iets buiten het midden van de kamer kwam die slechts door het flakkerende haardvuur en één enkele kaars werd verlicht, begon hij in de schaduw te verdwijnen, en wanneer hij eenmaal in de totale duisternis was ondergedompeld, hoorde je alleen nog maar zijn stappen, totdat hij als een spook weer terugkwam (…).’ (259-260)

De heen-en-weerpassage van de kasteelheer in de passage uit de memoires van Chateaubriand heeft nu ook Benno Barnard geïnspireerd. In een dagboeknotitie in Afscheid van de handkus geeft hij ruiterlijk toe slechts ‘een gedeeltelijke Nederlandse vertaling’ te lezen, wellicht die van Van Woerden, ‘anders heb ik het pas na mijn eigen dood uit’. (307) Barnard staat stil bij een in zijn ogen ‘sublieme passage’ waarin Chateaubriand ‘vertelt hoe zijn norse vader elke avond na het souper door de eindeloze ridderzaal heen en weer beende, voor een kaarsvlam langs, waarbij hij even zichtbaar werd, alvorens weer in de schaduwen te verdwijnen’. (307)

Het lijkt mij onwaarschijnlijk dat Barnard Sebald niet zou kennen en ook diens parafrase van Chateaubriand. Hoe anders is het te verklaren dat hij in die hele tweeduizend bladzijden uitgerekend bij datzelfde detail blijft stilstaan om het over de schrijfstijl van Chateaubriand te hebben?



https://pascaldigital.blogspot.com/2009/03/dag-556-vvh.html
W.G. Sebald, De ringen van Saturnus. Een Engelse pelgrimage (vertaling (1996) door Ria van Hengel van Die Ringe des Saturn, Eine englische Wallfahrt (1995))
Graham Robb, De ontdekking van Frankrijk (vertaling (2008) door Suzan de Wilde van The Discovery of France (2007)
Benno
Barnard, Afscheid van de handkus (2023)
René-François de Chateaubriand,
Mémoires d’outre-tombe (1848)
René-François de Chateaubriand,
Mémoires van over het graf (inleiding, samenstelling en vertaling door Frans van Woerden (2000)

gisteren 73

230314

Met stijgende waardering voor de historische relevantie, de goede acteerprestaties en de stevig gedocumenteerde regie heb ik de acht afleveringen van de televisieserie 1985 bekeken. De reeks is gemaakt met groot respect voor de 28 slachtoffers van de Bende van Nijvel en hun nabestaanden. Geen sensatie, geen overdreven bloederigheid en spektakel. Enkel de feiten zoals ze zich hebben voorgedaan (hoe onwaarschijnlijk ze ook zijn), de perverse strategieën van de macht en de psychologie van daders en speurders. Nog tot maart 2024 op VRT MAX.


1905: in dat jaar trouwden mijn grootouders Barnard en aan de Nederlandse spelling is sindsdien een keer of vijf geknoeid. Houd een cultuur krampachtig actueel en je houdt haar kunstmatig klein. Ik verafschuw de slappe pedagogie die onze kinderen van hun geschiedenisonderwijs heeft beroofd, zodat achttienjarigen weerloos zijn tegen die zuigende vortex van nationalistisch boerenbedrog.

Benno Barnard, Een vage buitenlander, 86

6768

Trier, Hohe Domkirche - 230204

 

dinsdag 14 maart 2023

gisteren 72

230313

Een schoorsteen in de verte blijkt, nu er bij een wisselende bewolking plots een streep fel zonlicht op valt en ik het rechtopstaande balkvormige volume voor het eerst echt zie, en daarna de altijd klaarstaande verrekijker bezig om het van dichterbij te bekijken, geen schoorsteen te zijn maar de in zakelijke stijl opgetrokken klokkentoren van een kerk. Dat maak ik op uit het metalen kruis dat er bovenop staat en aan het – stipt lopende – uurwerk op de naar mijn standpunt toegewende zijgevel: het is kwart voor elf. Welke kerk is dit? Rekening houdend met de situering en de noordwaartse richting waarin ik kijk moet het de Sint-Pauluskerk op Sint-Pieters zijn.



Het hoofdpunt in het middagjournaal is dat Close de Oscar niet heeft gewonnen. Wel, wanneer kom ik in het nieuws om te melden dat ik niet de Tour de France heb gewonnen, dat ik niet burgemeester van Brugge ben geworden, dat ik niet de World Press Photo heb gewonnen en al evenmin de Nobelprijs voor Literatuur? Iedereen beroemd!

'[...] de grotere mannelijke variabiliteit. Net als in andere soorten zijn mannen op heel wat vlakken variabeler dan vrouwen. Hun gemiddelde score voor een bepaald kenmerk ligt vaak dicht bij het vrouwelijke gemiddelde, maar hun individuele scores lopen veel verder uiteen. Er zijn dus meer “normale” vrouwen en meer mannelijke buitenbeentjes. Neem intelligentie. Onderzoek treft hier gemiddeld geen sekseverschillen aan. Die schijnbare gelijkheid maskeert een cruciaal verschil in de verdeling van intelligentie: meer vrouwen situeren zich in het middengebied, terwijl je aan beide uiteinden van de verdelingscurve meer mannen vindt. Er zijn dus meer heel domme mannen en meer mannelijke genieën. Hetzelfde gaat op voor wiskundige vaardigheid. Gemiddeld zijn beide seksen even begaafd, maar de wiskundige sukkels en bollebozen tellen meer jongens dan meisjes in hun rangen. Hoe extremer, hoe groter het mannelijke overwicht. Dat geldt voor veel andere cognitieve vaardigheden, zoals mechanisch redeneren en abstract redeneren, voor fysieke kenmerken zoals geboortegewicht, maar eveneens voor gedrag. Het gemiddelde sekseverschil in fysieke agressie is matig, maar erg agressieve figuren zijn vrijwel altijd mannen. Mannen zijn ook variabeler in impulsiviteit en risicogedrag, creativiteit, jobkeuze en persoonlijkheid, met die uitzondering dat vrouwen meer variëren in emotionele stabiliteit. Ze overklassen mannen daarnaast in de hoogste regionen van empathie en verbale begaafdheid.

Griet Vandermassen in De Standaard van 8 maart 2023