EEN
WANDELING
‘Dag
Pascal, enige tijd gelegen had je het op je blog kort over een vrouw
die Papyrus van
Irene Vallejo aan het lezen was. Wist je dat er in dat boek een mooie
bespiegeling staat over het door jou zo geliefde Austerlitz
van
W.G. Sebald en bij uitbreiding zijn hele werk?’ Zo
vraagt een – virtuele – vriend me via Messenger. Neen,
dat wist ik niet. Ik heb ooit in de boekhandel dat boek van Vallejo
ter hand genomen, maar kon toen aan de verleiding weerstaan. Nu heb
ik, na eerst op de website te hebben geverifieerd of het werk
daar
in de collectie is opgenomen en
aanwezig is,
een mooie bestemming voor mijn namiddagwandeling: de
stadsbibliotheek. Dank
u, Dirk S.!
Nog
voor ik daar ben aangekomen, heb ik met drie mensen van vlees en
bloed gesproken in wier reële levens ik anders vandaag niet
onverwacht zou zijn opgedoken.
Mijn
buurvrouw Charlotte is de eerste. Omdat ik vandaag nog niet naar
beneden ben gegaan, leeg ik eerst en vooral mijn postbus. Blijkbaar
is er weer een vervanger
aan
het werk want van de vier poststukken zijn er drie verkeerd bezorgd.
Een van de bestemmelingen woont in het blok naast het mijne. En daar
woont ook Charlotte. Zoals zo vaak is zij ook nu weer in haar keuken
bezig. Ik zwaai met de brief, zo van: zie mij hier nu eens facteur
spelen. Charlotte opent haar raam en we zijn vertrokken voor een
praatje over de neergang van het postbedrijf.
De
tweede persoon die ik zie, is X.
Hij heeft iets voor mij weten te regelen – iets waarop ik om
privacyredenen
op dit publieke forum niet kan ingaan. Maar
hartverwarmend is onze ontmoeting wel.
In
de Sint-Jacobsstraat
zie ik Joke Boudens.
‘Dag mevrouw Boudens.’
Ze kijkt verrast op. Ik ken Joke niet heel goed, eigenlijk zelfs
helemaal niet. Daarom
ook spreek ik haar met ‘mevrouw’ aan. Zij
is de oudere zus van Kristoffel,
die in mijn zogenaamde ‘echte’ leven wél regelmatig opduikt, en
dat al vele decennia. Maar ik weet wel waarmee Joke zich bezighoudt.
Ik weet dat zelfs vrij goed want zij maakt – op Facebook – de
vruchten van haar arbeid openbaar en ik kan daar telkens alleen maar
met aan verstomming grenzende verbazing naar kijken. Joke, telg van
een kalligrafen-
en letterkunstenaarsgeslacht,
vervaardigt met ultrafijne stiftjes en vaste hand, en vooral met
engelengeduld, uitermate precieze, merkwaardig minutieuze,
ultrarealistische tekeningen, vaak zijn het patronen, heel vaak ook
zijn er teksten in verweven. Ik vraag haar hoe zij dat in godsnaam
voor elkaar krijgt. In het antwoord hoor ik gedrevenheid en
enthousiasme. Ik
toon hier, niet na haar daar eerst de toestemming voor te hebben
gevraagd, een
voorbeeld van die tekeningen, een
waarop een terugkeer naar huis het onderwerp is.
En
dan kom ik in de bibliotheek, waar ik, geholpen door het
namenregister achterin het
boek,
vrij vlug in Papyrus
de mij door Dirk S. gesignaleerde passage over
Austerlitz
aantref. Ik
trek mij met het boek terug in de leeszaal waaruit, zoals ik opmerk,
sinds de laatste keer dat ik er ben
geweest
de steekkastkasten zijn verdwenen. Vallejo focust op een
passage
in
een boekhandel – niet vreemd voor een boek dat over boeken gaat:
Austerlitz wordt in een door uitbaatster
Penelope
(!) Peaceful door een gesprek op de radio die
daar speelt naar
zijn verleden teruggekatapulteerd, naar zijn Ithaca. Daar en dan
eindigt zijn zelfopgezochte teruggetrokken bestaan, zijn quarantaine;
daar en dan kan hij aan de zoektocht naar zijn identiteit beginnen.
Alvorens
naar huis terug te keren, loop ik toch
nog
even boekhandel Raaklijn binnen. Ik koop niets, maar krijg van
Cécile,
de
Penelope van dienst,
toch, ik veronderstel omdat ik een trouwe, om niet te zeggen vaste
klant ben, het boekenweekgeschenk mee: De
eerlijke vinder van
mijn Facebookcontact Lize Spit. Je
vindt wat je niet hebt gezocht. Ik
bedank Cécile
en zeg haar nog dat zij, Spit bedoel ik, niet mijn beste vriendin is,
maar dat ik haar gebaar, dat van Cécile
dus, toch wel apprecieer.
Cécile
heeft dezelfde voornaam als wijlen mijn moeder.
Dit
is mijn wereld: bits and bites, vlees en bloed, papier en woorden,
toeval
en noodzaak.
Associëren
en dan altijd
met
iets wat er voorheen niet was terugkeren
naar huis.