donderdag 25 oktober 2012

mijn woordenboek 357

ARBEIDSVREUGDE

Wat is er allemaal nodig om te kunnen spreken van arbeidsvreugde? Inhoudelijke zinvolheid, maatschappelijke relevantie en ethisch gehalte van het afgeleverde product, de mogelijkheid om iets te doen wat aansluit bij de eigen talenten en deze zo mogelijk nog verder ontwikkelt, aangename werkomstandigheden, verenigbaarheid met andere activiteiten, behoorlijk loon naar werken en prima arbeidsvoorwaarden, werkzekerheid, goede en solidaire collega’s, volwassen relaties met boven- en ondergeschikten, een bevrediging die gepaard gaat met het maken van iets en met de mogelijkheid een afgewerkt product te koesteren, het uitoefenen van een ambachtelijke vaardigheid en het overleveren en perfectioneren van ambachtelijke technieken, respectvolle omgang met machines en materialen. Dat, en wellicht nog een aantal andere zaken, is allemaal relevant als het er om gaat na te gaan of wij vreugde beleven aan het verkopen van onze tijd ten einde onze dagelijkse bete broods op de plank te verwerven. Maar een iets wordt zeer vaak onvermeld gelaten – en het is nochtans een kwaliteit die bij werk nooit mag ontbreken: de mogelijkheid die de arbeid, bij voorkeur repetitieve, ‘domme’ arbeid, ons biedt om ons over te leveren aan de luxe niet te moeten nadenken.