1 september 2012
We hadden het onder meer over hoe het er aan toe ging bij
het leeghalen van het ouderlijke huis. X. vertelde hoe er uren en uren werd
vergaderd en hoe Y. daarbij zeer vaardig de ‘morele leiding’ op zich nam. Dat
was interessant: het onderscheid dat werd gemaakt tussen de ‘financiële’ en de
‘morele’ leiding. Een van de onderdelen van het protocol, de concrete
bespreking van hoe de goederen en voorwerpen zouden worden verdeeld onder de
kinderen, bestond erin dat gezamenlijk
de ronde van het huis werd gemaakt en dat eenieder aangaf welk voorwerp hij of
zij wenste te erven, en daarbij meteen ook een omstandige motivering moest
geven. Een suggestie van de morele leider werd daarmee in de praktijk gebracht.
‘Dat schilderij, omdat ik van de eerste dag dat het hier in huis kwam wist dat
ik het altijd in mijn buurt wilde hebben.’ ‘Die kast, omdat ik me er als kind
vaak in verstopte.’ ‘Die vaas, omdat ik me wil herinneren hoe moeder er altijd
prachtig bloemen in schikte.’ Op die manier kwamen een heleboel familieverhalen
boven en draaide wat mogelijk een aanleiding tot verdeeldheid had kunnen zijn
uit op een versteviging van de verbondenheid. ‘Er waren natuurlijk ook heel wat
discussies,’ zei X., ‘maar alles bij elkaar heeft die verdeling ons dichter bij
elkaar gebracht.’ Ik ben zeker dat dat niet in alle families kan worden gezegd.