Huise |
Niets, of zo goed als niets, in het Vlaamse landschap is nog
authentiek. Dat maakt ons zo schizofreen, zo misnoegd, zo onbetrokken ook. De
Vlaamse landschappen zijn zeer zelden ongeschonden. Ze articuleren een
holderdebolder van chronologieën en simultaneïteiten. Ze zijn een uitgeschudde
blokkendoos, een vernielde puzzle van duizend stukken. Soms heeft het een
charme, maar de betovering die ervan uitgaat, draagt toch altijd de geur van
vernieling voor zich uit; ’t is meer litteken dan gaafheid. ’t Is: betonnen
schuttingen. ’t Is: een achtergelaten badkuip die als drinkbak dient voor de
koeien. ’t Is: een half weggeroeste golfplaat die al jaren vergeten is. ’t Is:
een rij knotwilgen waarvan de harmonie wordt verstoord door een
elektriciteitspyloon. ’t Is – ach, het is al wat het is behalve wat het ooit is
geweest. En wat het nooit meer zal zijn. En dat is precies het authentieke.