maandag 8 oktober 2012

schrikkel 268 / de dingen 78


Het seizoen van de vallende blâren en de glimmende keien is weerom aangebroken. Van de kleddernatte dagen die korten, de miezerregen die maar zichtbaar wordt tegen het licht van de halogeenlampen langs de wegen waarop het verkeer smierend door het sop in de uitgesleten geulen voorbijschuift. Een gemene windstoot overstretcht de baleinen van een paraplu. Een haastige stap in een donkere straat. Een onverwacht fel kleur tegen de grond. Treurigheid alom. En verlangen naar de lente, nu al.