Alles
wat met pop en rock-‘n-roll te maken had en dus niet op de consecratie in de
thuiscanon kon rekenen, kon in deze omstandigheden enkel in de – zeer
vruchtbare – bodem van de clandestiniteit kiemen.
Mijn
verzet tegen de intensifiërende beknotting van mijn muzikale voorkeur verliep
parallel met het afstand nemen van de kilte die mij omringde. De desintegratie
van ons gezin heeft in mijn oren een soundtrack.
Bij
het opzoeken van de schaarse toegangswegen tot mijn muziek moest ik mij in
verboden zones begeven. Mijn overtreding van de huiselijke bepalingen vond
overigens een wonderlijke spiegeling in de wederrechtelijkheid waarmee
avonturiers in die jaren van op de Noordzee bijdroegen tot de verspreiding van
de Angelsaksische popcultuur. Dat Radio Mi Amigo en Radio Veronica vehikels van
kapitalistische indoctrinatie en consumentisme waren, bleef voor de weinig
ideologisch gevormde eenling die ik toen was alsnog verhuld achter het door die
hyperliberale vrijbuiters kundig opgezette scherm van romantische heroïek. ‘Dat
woord “piraat” alleen al. Hun rebelse aura onttrok intussen aan het zicht dat
deze zeezenders door en door commerciële projecten waren.’18
De
Engelstalige Radio Caroline was reclamevrij en dus grotendeels anarchistisch –
of het werd dan toch enkel door de platenfirma’s gesponsord. Deze piraat genoot
mijn voorkeur (en legde de basis voor mijn nog altijd erg gebrekkige kennis van
het Engels). Hoe vaak heb ik er niet naar liggen luisteren, ’s avonds onder de
lakens, wanneer alle lichten al uit waren en mijn moeder op basis van het
duister onder mijn deur concludeerde dat ik sliep. Dat luisteren deed ik met
behulp van een oortje.
Ik
noem het ding dat ik toen in mijn oor propte nu een oortje – ook al raakte die
term pas recentelijk door de wielerverslaggeving ingeburgerd. Het ging nog niet
om de dubbele, naar de oorschelp gemodelleerde, ronde en eventueel met een verzachtend
stofje overtrokken luidsprekerdopjes die je nu nog vaak ziet, maar om één
enkele oordop waarin een luidsprekertje zat ingewerkt en die door middel van
een draad verbonden was met het in bed meegesmokkelde radiootje dat ik had
gewonnen in een wedstrijd van het tv-programma Tip Top – dat was de enige keer dat ik ooit iets gewonnen heb maar
het moet gezegd, ik heb nooit veel aan wedstrijden deelgenomen. De oordop
bestond uit een korte, ongeveer één centimeter lange cilinder. Aan het uiteinde
van deze cilinder stroomde het geluid doorheen een klein gaatje naar buiten en
dus in mijn oor. Deze cilindervormige oordop diende in de gehoorgang te worden
gepropt, wat niet altijd comfortabel was, zeker niet als je op dat oor ging
liggen. En hij was van wit plastic vervaardigd, wat als minder prettige
nevenwerking had dat het ding op den duur een bruine aanslag vertoonde.
18
Geert Buelens, De jaren zestig, 774
lees vanaf hier deel 1
lees hier vanaf het begin van deel 2