vrijdag 24 april 2020

for art’s sake 4/10

Ik kreeg al eens een uitnodiging van Martin Pulaski, en nu een tweede keer van Sonja Lavaert, om tien kunstwerken te selecteren die voor mij van groot belang zijn. Alles is relatief natuurlijk, en zeker dat ‘groot belang’. Maar goed. Ik mocht mijn tien meesterwerken uit alle disciplines halen. Ik heb ‘beeldende kunst’ breed opgevat en zie nu dat ik er nogal veel disciplines bij betrokken heb. Enkel de schilderkunst komt meer dan één keer in mijn lijstje voor. Mij werd ook gevraagd om geen namen of titels te geven, maar daar heb ik mij niet aan gehouden. Ik wil er geen raadspelletje van maken.
Hier numero 4: Arts and crafts.

dag 4. Kunst voor iedereen?

Kunst komt pas op ons bord als er brood op de plank is. Wie moet vechten voor zijn bestaan, denkt niet in de eerste plaats aan schoonheid. Het artistieke is te duur voor wie geen nagel heeft om…

In de negentiende eeuw hadden moderne fabricagetechnieken tot een banalisering van architectuur en gebruiksvoorwerpen geleid. De schoonheid die vroeger het privilege was van wie zich duur handwerk kon permitteren was verder te zoeken dan ooit. Er kwam een tegenbeweging op gang. Een groepje Engelse idealisten met veel tijd en geld vond dat ook de werkman van de vruchten van zijn geleverde arbeid moest kunnen profiteren. Of toch minstens niet uit het oog mocht verliezen dat ook gewone dingen mooi konden zijn – al bleef het idealisme van ‘Arts & Crafts’, want zo heette de beweging die het schone aan het nuttige wilde paren, wel in die mate wereldvreemd dat de door haar gepropageerde en gecreëerde schoonheid door toedoen van het arbeidsintensieve karakter van de productie en de kostprijs van de aangeprezen materialen gedoemd was om buiten bereik van Jan Modaals portemonnee te blijven.

William Morris (1834-1896) was een van de voortrekkers. Zijn idealen waren in wezen nostalgisch, om niet te zeggen reactionair want in hoge mate geënt op een (veronderstelde) middeleeuwse esthetiek. Maar de stroming blijft wel tot op vandaag een aanmaning om de schoonheid ook in het dagelijkse leven niet uit het oog te verliezen. De stelling dat schoonheid de (levens)kwaliteit verhoogt, is bij mijn weten nimmer weerlegd. En dat kwaliteit iets mag kosten evenmin.