zaterdag 18 april 2020

LVO 160



In het salongedeelte van de woonkamer stonden twee éénzitsstoelen en een bank waarin er plaats was voor drie maar waarop zelden drie personen zaten. Het waren in die jaren zestig en zeventig al flink gedateerde, schonkige houten meubels. Ze bestonden uit een houten geraamte, waarin de losse, vierkantige kussens pasten. Links en rechts op de bank hadden mijn vader en mijn moeder hun vaste plaats, elk onder een eigen leeslamp. Een van de twee éénzitters werd door mijn vader ook gebruikt om naar de televisie te kijken. Hij draaide de zetel dan om en ging ongeveer een meter voor het scherm zitten – de huisgenoten moesten links en rechts achter hem postvatten. Mijn moeder kon van op haar plaats op de bank het programma volgen.

Soms, wanneer ik schoolziek was, mocht ik op die bank slapen. Dan dekte mijn moeder mij toe met een deken dat wij 'het dekentje' noemden: schotsgeruit, overwegend rood van kleur. (Waar is het gebleven?) Ik veinsde een keer schoolziekte. Ik was helemaal niet ziek, maar was er toch in geslaagd om thuis te mogen blijven. De huisdokter werd erbij geroepen, hij duwde met zijn vingers op mijn buik. Dat kietelde en ik moest lachen. 'Ik denk dat uw zoon rap genezen zal zijn,' luidde de diagnose. Ik herinner mij mijn schaamte om dat voorval.

De bank, die wij 'de grote zetel' noemden, is ook verbonden met het ontstaan van mijn zelfbesef en met wat later zou uitgroeien tot mijn autobiografische interesse. Hier zette ik mijn eerste stap op de lange weg naar dit relaas. Dat ging zo. Op een dag, ik moet een jaar of zes zijn geweest (schat ik nu), kroop ik achter de ‘grote zetel’ en ik keek boven de rugleuning uit, de kamer in. Ik besefte – dat herinner ik mij zeer goed – dat ik een persoon was, een uniek persoon, een individu, een van alle andere mensen te onderscheiden mens. En ik nam mij voor om dat moment, die situatie met mijzelf daar achter de bank, tussen bank en vensterbank, over de rugleuning van de bank de kamer in kijkend, nooit te vergeten. En kijk, zo is het ook gegaan: ik heb het voorval altijd onthouden en schrijf het nu voor eens en voorgoed op.



(wordt vervolgd) 
lees vanaf hier deel 1
lees hier vanaf het begin van deel 2