dag 5. De blauwe teil
Bij veel beelden wordt er duchtig op los gefilosofeerd, ten
einde van het beeld, dat op zich niet voldoende kwaliteit heeft om veel te
betekenen, toch nog iets te maken – Magritte is een groot leverancier van voorbeelden
van dit fenomeen. Hij schildert – schildertechnisch gesproken niet eens buitengewoon
sterk, om niet te zeggen dat hij behoorlijk knullig schilderde – mannen met
bolhoeden en paraplu’s die uit de hemel nederdalen, en zet meteen een leger
interpretatoren aan het werk.
Wat we hier zien is een stilleven waar je stil van wordt.
Zet het je aan het denken? Zoek je naar een interpretatie? Een diepere
betekenis? Dat mag, maar het moet niet. Je ziet een voorwerp, een ding dat op
zich staat, een Ding an sich. Als er
dan toch zou moeten worden gefilosofeerd bij dit beeld, welaan dan: Immanuel
Kant (1724-1804) zei dat het Ding an sich ein
Unbekanntes is. Dat lijkt mij een onomstotelijke waarheid en hier zeer
toepasselijk. Maar het voegt voor mijn part niets toe aan het feit dat we op
dit schilderij een wit bord zien. Of toch iets meer dan dat?
Dit stilleven is in meerdere opzichten ongewoon.
Het bestaat om te beginnen maar uit één object. Bij een
normaal stilleven, bijvoorbeeld van een Hollandse fruit- of bloemenschilder uit
de Gouden Eeuw of bij Cézanne of bij Morandi, verwacht je er meerdere – en dan
kun je op zoek naar allegorieën, versleutelde betekenissen of picturale
interacties tussen de objecten. Hier zien we maar één voorwerp. Een buitengewoon
banaal voorwerp bovendien. En ja, er is ook de schaduw.
Het meest in het oog springende kenmerk van dit voorwerp
is zijn plaats in het vlak. Die plaats is excentrisch, zowel in de breedte als
in de hoogte. Alsof Léon Spilliaert (1881-1946) met dit schilderij (gewassen
Oost-Indische inkt, aquarel en kleurpotlood op papier, 1907) wil zeggen dat het
niet over het object gaat maar over de manier waarop hij het heeft gekaderd,
gezien, aan ons heeft willen tonen.
Maar wat is het object? Een teil, zegt de titel. Wat is
een teil? Een bak of tobbe, maar niet een bord, zoals we er hier een zien. We
zien een bord, geen teil. En niet een blauwe teil, maar een wit bord. Bizar. De
teil, of het bord, heeft in de titel de kleur van zijn omgeving opgenomen. De
kleur blauw wordt overigens door de lijst geaccentueerd – en in die lijst zijn ook
de andere kleuren aanwezig: het wit van de teil en het goudbruin van het papier
dat doorschemert in het vlak waarop de teil is geplaatst.
En dan, wanneer we dat doorschemeren bekijken, zien we
waar het in dit schilderij écht om gaat, los van of in elk geval vóór alle
mogelijke metafysica: het schilderen zelf.