De
meeste voelsprieten en antennes van ons huis stonden niet op de Angelsaksische
wereld en al evenmin op het noorden maar wel op het oosten en vooral het zuiden
gericht: Frans was – naast het Duits van de opera’s en operettes – de voertaal
van de (weinige) cultuur die binnenstroomde. Vaak stond de radiozender France Musique op. Maar er was ook
televisie. Er werd vaak naar een van de twee kanalen van de ORTF gekeken – de Office
de Radiodiffusion-Télévision Française,
enkel te capteren in onze provincie, waar men het meestal over Rijsel 1 en
Rijsel 2 had, maar mijn ouders zegden steevast Frankrijk 1 en Frankrijk 2. Ik
herinner mij de luide slagen waarmee in Au
Théâtre Ce Soir het gereed zittende publiek tot stilte werd gemaand, eerst
een aantal keer kort en vervolgens drie keer lang, waarna het doek openging en de
ingewikkelde strapatsen van het boulevardstuk in alle rust een aanvang konden
nemen. Ook de mededelingen van le président
De Gaulle (‘Françaises!, Français!’)
maakten op mij grote indruk. Voor de kinderen was er Le Manège enchanté, een animatiereeks rond een draaimolen met
bizarre personages, van wie mij vooral het Zébulon genaamde, zich op een
springveer voortbewegend ventje is bijgebleven. Op zondagen keken we naar de
filmrubriek La séquence du spectateur,
en naar het satirisch programma Le Petit Rapporteur
waarin een groepje mannen van middelbare leeftijd zich kostelijk amuseerden met
van alles en nog wat, onder meer met het naar elkaar gooien van petits suisses, een smeuïge platte roomkaas
die zacht aankomt en na de landing nog wat natrilt. Door Le Petit Rapporteur leerden de Fransen ook, met bijhorende
gebaartjes, ‘A la pêche
aux moules’ zingen, een liedje over een meisje wier mandje werd afgepakt
door stoute stedelingen. Ik ken de tekst nog altijd uit het hoofd. En de
gebaartjes ook.
Voorman
van Le Petit Rapporteur was de
olijkerd Jacques Martin, die later twijfelachtigere roem zou verwerven met L’école des fans, een show waarin hij
erg jonge kinderen liedjes liet zingen en vaak benaderde op een manier die nu
niet meer zou kunnen. Door een van zijn exen werd Martin veel later als un monstre weggezet.19
Ik
herinner mij ook de notoire lolbroek Stéphane Collaro, die volgens Wikipedia van
vele markten thuis is: hij wordt daar omschreven als ‘journaliste, humoriste,
acteur, réalisateur, scénariste,
animateur de télévision, exploitant
hôtelier, et promoteur immobilier’. Een van zijn wapenfeiten was, toen hij in
de jaren tachtig licht amusement produceerde voor de intussen commercieel
geworden televisie, de oprichting van ‘une troupe de danseuses’. Een van deze –
allicht schaars geklede – dames was de ex van Jean-Paul Belmondo. Na zijn
tv-carrière ging Collaro in het vastgoed. Op de Antillen, meer bepaald het île de Saint-Martin, verwezenlijkte hij
onder meer ‘plusieurs investissements en défiscalisation’.
Op 69 jaar komt er een nieuwe wending in het leven van de voormalige
autosportjournalist: ‘Le 22 décembre 2012, Stéphane
Collaro se remarie avec Stéphanie, une hôtesse
de l'air de 29 ans sa cadette.’
19
https://www.gala.fr/l_actu/news_de_stars/cetait-un-monstre-lex-de-jacques-martin-revele-sa-face-cachee_434687
lees vanaf hier deel 1
lees hier vanaf het begin van deel 2