vrijdag 10 april 2020

LVO 153



De meeste voelsprieten en antennes van ons huis stonden niet op de Angelsaksische wereld en al evenmin op het noorden maar wel op het oosten en vooral het zuiden gericht: Frans was – naast het Duits van de opera’s en operettes – de voertaal van de (weinige) cultuur die binnenstroomde. Vaak stond de radiozender France Musique op. Maar er was ook televisie. Er werd vaak naar een van de twee kanalen van de ORTF gekeken – de Office de Radiodiffusion-Télévision Française, enkel te capteren in onze provincie, waar men het meestal over Rijsel 1 en Rijsel 2 had, maar mijn ouders zegden steevast Frankrijk 1 en Frankrijk 2. Ik herinner mij de luide slagen waarmee in Au Théâtre Ce Soir het gereed zittende publiek tot stilte werd gemaand, eerst een aantal keer kort en vervolgens drie keer lang, waarna het doek openging en de ingewikkelde strapatsen van het boulevardstuk in alle rust een aanvang konden nemen. Ook de mededelingen van le président De Gaulle (‘Françaises!, Français!’) maakten op mij grote indruk. Voor de kinderen was er Le Manège enchanté, een animatiereeks rond een draaimolen met bizarre personages, van wie mij vooral het Zébulon genaamde, zich op een springveer voortbewegend ventje is bijgebleven. Op zondagen keken we naar de filmrubriek La séquence du spectateur, en naar het satirisch programma Le Petit Rapporteur waarin een groepje mannen van middelbare leeftijd zich kostelijk amuseerden met van alles en nog wat, onder meer met het naar elkaar gooien van petits suisses, een smeuïge platte roomkaas die zacht aankomt en na de landing nog wat natrilt. Door Le Petit Rapporteur leerden de Fransen ook, met bijhorende gebaartjes, ‘A la pêche aux moules’ zingen, een liedje over een meisje wier mandje werd afgepakt door stoute stedelingen. Ik ken de tekst nog altijd uit het hoofd. En de gebaartjes ook.

Voorman van Le Petit Rapporteur was de olijkerd Jacques Martin, die later twijfelachtigere roem zou verwerven met L’école des fans, een show waarin hij erg jonge kinderen liedjes liet zingen en vaak benaderde op een manier die nu niet meer zou kunnen. Door een van zijn exen werd Martin veel later als un monstre weggezet.19

Ik herinner mij ook de notoire lolbroek Stéphane Collaro, die volgens Wikipedia van vele markten thuis is: hij wordt daar omschreven als ‘journaliste, humoriste, acteur, réalisateur, scénariste, animateur de télévision, exploitant hôtelier, et promoteur immobilier’. Een van zijn wapenfeiten was, toen hij in de jaren tachtig licht amusement produceerde voor de intussen commercieel geworden televisie, de oprichting van ‘une troupe de danseuses’. Een van deze – allicht schaars geklede – dames was de ex van Jean-Paul Belmondo. Na zijn tv-carrière ging Collaro in het vastgoed. Op de Antillen, meer bepaald het île de Saint-Martin, verwezenlijkte hij onder meer ‘plusieurs investissements en défiscalisation’. Op 69 jaar komt er een nieuwe wending in het leven van de voormalige autosportjournalist: ‘Le 22 décembre 2012, Stéphane Collaro se remarie avec Stéphanie, une hôtesse de l'air de 29 ans sa cadette.’

19 https://www.gala.fr/l_actu/news_de_stars/cetait-un-monstre-lex-de-jacques-martin-revele-sa-face-cachee_434687






(wordt vervolgd) 
lees vanaf hier deel 1
lees hier vanaf het begin van deel 2