wolkenfragmenten in Alain de Botton, Proeven van liefde
3646
We waren net over de Normandische
kust gevlogen, waar een deken van winterse bewolking had plaatsgemaakt
voor een vrij uitzicht op schitterend blauwe wateren. (7)
3647
We waren net over de Normandische
kust gevlogen, waar een deken van winterse bewolking had plaatsgemaakt
voor een vrij uitzicht op donkere wateren beneden. (185)
3648
Terwijl het vliegtuig zich door de wolken
boorde probeerde ik een toekomst voor me te zien: er kwam een bruut einde aan
deze periode in mijn leven en ik had er niets voor in de plaats, alleen maar
een angstaanjagende afwezigheid. (187)
3649
Ik voelde de vluchtigheid van
alles, de illusies waarop wolkenkrabbers, bruggen, theorieën,
raketwerpers, verkiezingen en fast-foodrestaurants waren gebouwd. (195)
3650
(…) de Goden waren
er nog, ze hadden een nieuwe vorm gevonden, een pak aangetrokken, en deden mee
aan de moderne tijd. Ze waren sterk verkleind, pasten niet meer tussen de wolken
maar in onze psyche. (197)