190403
Het onderwijs gaat achteruit, de afgeleverde kwaliteit is
in vrije val. Het onderzoek dat uitwijst wat iedereen al lang weet, wordt vlak
voor de verkiezingen openbaar gemaakt en meteen is het onderwijs een thema.
Goed voor de N-VA, die niet uit de verf komt met haar corebusiness, en die in
de hoek wordt gedrumd door de klimaatactivisten, maar die ook in een volgende
regering de bevoegdheid Onderwijs claimt. (Tussen haakjes: in de zoveelste
klimaatbetoging (190331) moesten de ‘gele hesjes’ meelopen. Normaal gezien zouden
dat twee aparte betogingen zijn, maar de politie van Brussel legde het zo op.
Voorspelbaar gevolg: het door de ‘gele hesjes’ aangerichte geweld straalt
ongunstig af op het onschuldige groen van de klimaatactivisten. Wie is de baas
van de Brusselse politie? Juist, een N-VA-minister van Binnenlandse Zaken.)
Maar goed, hoe zou die kwaliteitsdaling in ons Vlaamse onderwijs te verklaren
zijn? De N-VA, bij monde van ene Bart De Wever, die behalve burgemeester van
een grote Vlaamse stad, voorzitter van de grootste Vlaamse partij en federaal
volksvertegenwoordiger nu ook onderwijsexpert blijkt te zijn, zegt dat het de
schuld is van wat hij de ‘pretpedagogie’ noemt en voor een keer schaar ik,
hoewel geen onderwijsexpert zijnde, mij aan zijn zijde. Ik geloof namelijk ook
dat het onderwijs vroeger béter was. Minder leuk misschien, maar beter. Dril en
memoriseren; gezond gezag en autoriteit; nog niet het ontspoorde democratisme
dat vandaag regeert (toen ik kind was bepaalden mijn ouders welke richting ik
in het middelbaar uitging en bespaarden mij zo een veel te lastige keuze – het
kwam niet eens in mij op dat een keuze mogelijk was); een door een oudere
generatie aangereikte, beproefde canon; geen geïndividualiseerde
psychologisering en problematisering met een hele batterij van afkortingen om
afwijkingen te benoemen en daardoor aan te wakkeren; een bescherming van de
begaafdsten waardoor ook de middelmaat en een groot deel van het schuim werd
opgetrokken; het realisme waarmee nog onderscheid werd gemaakt tussen minder-
en hoogbegaafden. Ik weet het, ik ben nu behoorlijk politiek-incorrect bezig. Noem
het een denkoefening. Er zijn ook maatschappelijke oorzaken voor de
kwaliteitsdaling. De demografische diversiteit is nu veel groter, met
onvermijdelijk een versnippering van de aandacht en grote problemen in het
talenonderwijs tot gevolg. De gezinnen – hoeksteen van de samenleving! –
desintegreren, wat de gemoedsrust en begeleiding van de studenten natuurlijk
ook niet ten goede komt. De nieuwe technologieën fragmenteren het
concentratievermogen en herleiden de aandachtsboog die bijvoorbeeld nodig is om
een serieus boek te lezen tot minimale proporties. Enzovoort. *