Cees Nooteboom, Voorbije
passages, 213
vrijdag 7 februari 2020
driekleur 430
Ik weet dat iemand die speelt op dat ogenblik zijn
persoonlijk lot verbindt aan die fichevormige materie die naar hem toekomt of
juist van hem afgenomen wordt, stapels slinken, stapels groeien, de bal valt in
het rad, springt, stuitert, zoekt en nestelt zich in het noodlottige nummer, de
dodelijke kaart wordt omgedraaid op het langwerpige, uit palmhout gesneden
blad, handen met fiches aarzelen boven getallen, het is de 23, het is de 5, het
zijn de voisins, het wordt de carré, of rood, of zwart, ze weten het zeker en
toch is het niet zo, dunne Chinese stemmen delen geluk en noodlot uit met het
gezag van een laatste oordeel, het lijk van de witharige grootvader verliest
zijn fortuin, de parelkleurige klauw van de jonge vrouw met het goud en de
briljanten sluit zich over een stapel van de grootste fiches.