De zaken begonnen een keer te nemen toen mijn vader in 1963 werk
had gevonden in een verzekeringskantoor in het centrum van Assebroek. Dat
kantoor heette ‘Verzekeringen Hoornaert’, wat ongeveer hetzelfde betekent, maar
dan in het Nederlands, als het Franse ‘Cornet’. Hoewel hij een
invaliditeitspensioen genoot en dus eigenlijk niet mocht werken, of toch zeker
niet voltijds, werd hij daar ingezet als talenknobbel en dossierbeheerder. Hij
kreeg een werkplek achterin omdat hij voor een rechtstreeks contact met de
klanten wellicht iets te onbehouwen was en natuurlijk ook omdat hij er in het
zwart werkte. Zijn salaris bracht vanaf halfverwege de jaren zestig welstand
naar ons gezin. Mijn moeder bleef, naast haar werk als huisvrouw, nachtdiensten
doen in het ziekenhuis. Ik veronderstel dat ze dat niet voor haar plezier deed.
Ik ben nog altijd klant bij het verzekeringskantoor waarvoor mijn
vader werkte. Uit loyauteit, zeg maar, per slot van rekening hebben die mensen
ertoe bijgedragen dat ik een beter leven heb kunnen leiden. Ondertussen heeft
de makelaarszoon, Patrick, al lang de zaak van zijn vader overgenomen. Hij
bereidt zelfs al zijn eigen opvolging voor. Het kantoor voert de naam van zijn
stichter niet langer. Een tiental jaar geleden was ik er voor het laatst, naar
aanleiding van een verhuizing. Ik had het toen met Patrick over mijn vader.
Patrick bewaarde een vage herinnering aan hem. Als kind betrad hij
af en toe, na schooltijd of op woensdagnamiddag, het kantoor. Hij herinnerde
zich een enigszins norse, maar toch niet geheel onvriendelijke man, die werkte
aan het bureau voor het raam dat op de tuin uitkeek. Die man had hem toen
ontzag ingeboezemd, vertelde Patrick me, maar veel over hem wist hij zich niet
te herinneren. 'Maar,' zei Patrick mij tien jaar geleden, 'af en toe treffen we
in ons archief nog een van zijn notities aan. Dat blijken dan vaak omstandige
beschrijvingen, korte verhaaltjes eigenlijk. Omstandiger uitgewerkt in elk
geval dan strikt noodzakelijk of gebruikelijk bij dat soort documentatie. Uw
vader beheerste meerdere talen, hij werd dan ook ingezet op de internationale
dossiers. Verkeersongelukken van klanten in het buitenland, dat soort zaken. Of
hij stond buitenlandse partijen te woord aan de telefoon. Dat maakte wel
indruk.' Ik kan het mij levendig voorstellen: mijn vader pakte graag uit met
zijn veeltaligheid.
Tien jaar geleden was ik nog niet zo bezig met mijn verleden.
Integendeel, mijn nogal negatieve houding ten opzichte van alles wat daarmee te
maken had, verhinderde mij om er dieper op in te gaan en bijvoorbeeld aan de
jonge verzekeringsmakelaar te vragen om mij dan eens zo'n omstandig uitgewerkte
polisnotitie te laten zien.
Af en toe zie ik Patrick in Brugge passeren, meestal op culturele
evenementen. Onlangs had ik de gelegenheid om hem nog even te spreken over mijn
vader, wiens geschiedenis nu wél mijn aandacht opeist. Ik vroeg hem naar de
notities, of ik er bij gelegenheid eens een kon te zien krijgen. Vreemd genoeg
was er in Patricks antwoord geen sprake meer van polyglotte glossen. Hij had
het hoogstens nog over hier en daar een woord of een halve zin. De
handgeschreven woorden van mijn vader kwamen trouwens maar zelden meer
bovendrijven. Die oude dossiers waren afgehandeld om niet te zeggen verjaard en
verwijderd, en met de digitalisering van het archief verdwenen stilaan alle
fysieke documenten.
lees vanaf hier deel 1
lees hier vanaf het begin van deel 2