zaterdag 8 februari 2020

parallel 144

Het is de zeer late nacht en de zeer vroege ochtend, het grijze uur dat nergens bij hoort, het uur waarop je naar bed had moeten gaan of opstaan, en ik heb geen van tweeën gedaan. Voor de Nôtre Dame is op dit uur niemand te zien, de ochtendwind zwabbert een beetje door de dode bladeren achter de kerk en op het trottoir voor de hoofdingang staan drie zeer grote hallucinerende vuilnisemmers.

Cees Nooteboom, Voorbije passages, 122

ǁ

Het was al lang geleden dat ik rond had gelopen in deze stad om vijf uur ’s ochtends, voor zonsopgang.

Georgi Gospodinov, De wetten van de melancholie, 200