wolkenfragmenten uit Marc Reynebeau, Struikelend door het leven
3578
Mijn grootmoeder was blij met haar
bloemen en ik met mijn ballon. Ik ging ermee de tuin in, waarboven de
onpeilbare ruimte van een strakke, in zijn zenit donkerblauwe, wolkeloze
hemel gespannen stond. (127)
3579
Het meer ligt er als een verre, onbereikbare
verlokking. Daarboven staat een diepblauwe, wolkeloze hemel, die het
water aan de einder raakt in een mistige veeg. (167)