190219
Het leven is te kort: ik staak mijn lectuur van Portret
van een dame. Dat overwoog ik al toen ik op bladzijde 100 was aanbeland, en
nu ik meer dan een week later nog maar op 150 zit, denk ik het opnieuw. En nu
is het zeker. Als ik aan dit tempo voortlees, en ik zie niet in hoe ik dat boek
vlugger zou moeten lezen, dan ben ik in augustus nog bezig. Maar het is dus
genoeg geweest. Ik kan het geduld niet opbrengen om die ellendig lange en gedetailleerde
psychologische uitweidingen te doorploegen, dat opzichtige stratego van
bezoekjes en stapjes vooruit en achteruit op het sociologische speelbord waarop
James zijn personages als stukken uitzet ten einde zijn omstandige en
omslachtige vergelijking tussen Amerikaanse en Britse high society-cultuur
te maken. Dat is allemaal best interessant, maar het boek van James is niet mooi:
mooi in de beelden en vernieuwend in de taal – echt veel esthetisch genoegen
valt er niet te beleven. De inspanning weegt niet op tegen de oogst. Ik houd
het dus voor bekeken. Portret van een dame verdwijnt – wellicht voorgoed
ongelezen door mij – naar zijn plaats in het boekenrek, tussen Ishiguro en
Japin. * Twee boeken uit de soldenbak van de Fnac opgevist: De ontdekking
van de curryworst van Uwe Timm, van wie hier nog Rood op lectuur
wacht, en Een regicide van Robbe-Grillet, blijkbaar toch een belangwekkend
boek in de Franse nouvelle vague, dat mij echter vooral charmeerde door
de reproductie van een late Mondriaan op het voorplat. *