wolkenfragmenten uit Siri Hustvedt, Herinneringen aan de toekomst
3580
Ze beschrijft de kleuren en het
aantal van de bloemen die aan de afzonderlijke takken hangen en hoe het licht
erop valt: ‘Het is wat bewolkt vandaag dus het licht is gelijkmatig.’ (20)
3581
Het onbenullige liedje bracht mijn
eigen duizelingwekkende dagen op de lagereschoolspeelplaats in Webster weer
boven, maar alleen in de vorm van gevoelens – een soort troebele, pijnlijke
verwarring die een vaag beeld opriep van grind, asfalt, zonlicht gefilterd door
wolken, zangerige stemmen en de massa waarnaar Kari en ik verwezen als ‘de
andere kinderen’. (62)
3582
Dat transcendente wezen had een
hoofd zo licht als een heliumballon en steeg steeds verder omhoog in de wolken
met ontstoken sterretjes erin. (63-64)
3583
In de eerste drie maanden van het
jaar kan het achtentwintig, dertig, tweeëndertig graden onder nul zijn, en als
er geen wolken aan de hemel staan flonkert de sneeuw met
honderdduizenden diamanten die mijn ogen doen knipperen als ik naar buiten kijk
naar de witte sneeuwbanken en de bossen daarachter (…) (181)
3584
Ze is een klein, tenger, kwiek
mensfiguurtje onder het enorme uitspansel – bewolkt, grijs en vochtig. (207)
3585
Hij beval weer aan zonder wind,
weer ‘zonder wolken aan de hemel die herwaarts en derwaarts drijven’. (285)
3586
Iedereen zeult zijn verleden met
zich mee naar een stoel en gaat naast iemand zitten die haar verleden ook bij
zich heeft – moeders en vaders en tantes en ooms en vrienden en vijanden en
geboorteplaatsen en wegen en brievenbussen en straten en etentjes en wolkenkrabbers
en bushaltes zijn allemaal aanwezig in de gebeurtenissen die hem of haar zijn
bijgebleven omdat ze pijn of plezier of angst of schaamte veroorzaakten (…) (295)
3587
Nee, geen wolken aan de
hemel die herwaarts en derwaarts dreven. (314)
3588
Wachtte ik op een heldere dag
zonder wolken aan de hemel die herwaarts en derwaarts dreven? (329)
3589
De wind raast voorbij, de wolken
staan nooit stil, de wateren zwellen en interpretaties lopen in elkaar over. (391)
3590
De Barones heeft het luchtruim
gekozen, en daar tussen de neerdalende wolken neemt ze haar plaats in
naast haar wanstaltige zuster. (405)