Ik heb niets tekort gehad. Ik zag wel bij anderen dat méér hebben
mogelijk was – een groter huis, een tenniscourt in de tuin, een elektrische
autoracebaan, zo een waarop de autootjes op een acht rondjes draaiden op twee
parallelle monorails, die elkaar op een bepaald ogenblik kruisten, wat
onvermijdelijk tot accidenten leidde – maar ik had min of meer alles wat ik
nodig had. Ja, ik ben achteraf zelfs bereid om het verlangen naar iets wat
onbereikbaar blijft als een rijkdom te bestempelen waarover die anderen, die
het begeerde dan wel in hun bezit hebben, niet beschikken. En op het moment
zelf was ik blijkbaar zodanig opgevoed dat ik besefte dat hebzucht en jaloezie
niet deugden. Om eerlijk te zijn, het kwam vaak zelfs niet eens in mij op dat
het mogelijk zou zijn dat ik, bijvoorbeeld, een elektrische autoracebaan zou
krijgen, ‘compleet met afstandsbesturing, bergen op schaal en een dorpje waarin
‘s nachts lichtjes brandden’,5 zoals Jan Depauw er een had (maar dan
zonder de bergen en het dorpje).
Jan Depauw was de zoon van de overburen die een paar jaar ouder
was dan ik maar die op zijn twintigste zou verongelukken.
Het kwam ook niet in mij op dat ik met mijn ouders mee op reis zou
mogen, of dat ik een racefiets zou kunnen krijgen want ik had toch al een
fiets? Ik was tevreden met de weinige dingen die ik bezat en ik hield mij met
die weinige dingen bezig. Bovendien begon dat rondjes draaien op Jan Depauws
achtbaan heel erg snel te vervelen.
Er kwam een wasmachine in huis met wel drie verschillende
programma's, een elektrische vleessnijder die bijna nooit gebruikt werd, een
fondueset, een televisie, een platencollectie, een auto... Er kwamen
voorzetramen om de koude wind buiten te houden en de warmte binnen, er werd
centrale verwarming aangelegd. Dat was de ingrijpendste verandering want om het
buizenstelsel tot in alle kamers te leiden, diende er in muren en plafonds te
worden geboord. De badkamer en de keuken werden gerenoveerd. In die keuken werd
de massief houten, in beige en bleekblauw geschilderde kast vervangen door een
aanbouw met triplexplanken die met formica waren bezet. Al deze tastbare
tekenen van materiële vooruitgang en welstand werden een generatie eerder niet
eens node gemist en konden, waar ze nu in alle huishoudens vanzelfsprekend
aanwezig zijn, door mijn ouders in elk geval een tijd lang niet worden
verworven.
Tot ze het wel konden. En ze zullen daar trots op geweest zijn,
vermoed ik.
Zeggen dat mijn moeder het leeuwendeel van de huishoudelijke taken
op zich nam, is haar tekortdoen. Ze deed veel meer dan dat, ze deed eigenlijk
zo goed als álles, en mijn vader deed niets. Moeder waste en kookte en poetste,
ze verzorgde haar kinderen en voedde ze op, ze reed met de auto, ze behing de
muren en schilderde de ramen, ze verving de lampen en kluste en sleutelde en
werkte in de tuin. En dan ging ze ook nog eens nachten waken in het ziekenhuis.
Deed mijn vader echt niets? Neen, ik zou de waarheid geweld
aandoen. Ik meen mij te herinneren dat ik hem een paar keer, voordat wij het
konden en dus die taak konden toebedeeld krijgen, achter het rollertje aan heb
zien lopen waarmee het gras voor en achter en langs de ene van gazon voorziene
zijkant van het huis moest worden gekortwiekt. En de ladder zal hij ook wel
eens hebben vastgehouden wanneer mijn moeder erop stond om na de herfst de
bladeren uit de dakgoten te verwijderen. Maar dat laatste beeld ik mij al in.
Mijn vader kon natuurlijk niet bijdragen tot het huishouden: hij
had met al zijn kwalen en gebreken en patriarchale antecedenten het ideale
alibi. Hij liet zich de zorgzaamheid van zijn echtgenote welgevallen. Of niet
eens dat, het was gewoon zo dat zij voor hem te zorgen had, dat sprak vanzelf.
Met de jaren brokkelde dit prerogatief wel af, maar in essentie was en bleef de
verhouding tussen die twee toch behoorlijk asymmetrisch – en het moet gezegd
dat mijn moeder, archaïsch opgevoed als ze was, zich zonder hoorbaar morren in
dat patroon schikte.
5 George Saunders, Tien
december, 108
(wordt vervolgd)
lees vanaf hier deel 1
lees hier vanaf het begin van deel 2