zondag 9 februari 2020

parallel 146

In een parkje staat een reclamebord, dat voor één keer niet de gebruikelijke arrogantie van wij-zijn-de-beste-en-de-mooiste uitschreeuwt, maar waarop ‘Zot van A’ wordt meegedeeld, de A omkranst door het soort streepjes dat in stripverhalen een diakritisch teken is om verbazing uit te drukken.

Marc Reynebeau, Struikelend door het leven, 80

ǁ

En dan had je natuurlijk nog metaforische helderheid, iemands briljante intellect of slimme ingeving, verbeeld door een gloeilamp boven het hoofd van de persoon in kwestie met kleine streepjes eromheen die de kijker geacht wordt te lezen als stralen.

Siri Hustvedt, Herinneringen aan de toekomst, 32