zaterdag 8 februari 2020

wolken 3569-3577

wolkenfragmenten uit Georgi Gospodinov, De wetten van de melancholie

3569
Ik herinner me dat ik geboren ben als een rozenbottelstruik, een patrijs, een Ginkgo biloba, een slak, een wolk in juni (die herinnering is kort), een lila herfstkrokus aan de Berlijnse Halensee, een te vroeg bloeiende kersenboom, verkleumd van de kou door de late aprilsneeuw, als sneeuwvlokken die een beduvelde kersenboom doen verkleumen. (10)

3570
Ik ga ervan uit dat de Hongaarse oma na haar overlijden gewoon daarboven in het hemelse Hongarije bleef, zwaaiend vanaf een wolk, en dat ze simpelweg stopte met landen. (34-35)

3571
Een maand later was het project concreter. We moeten op de wolken zelf projecteren, en dan het liefst bij een lage dichte bewolking.
En wat wil je dan projecteren?
Wolken bijvoorbeeld, om te beginnen.
Wolken?
Wolken op de wolken. Om te zien hoe de natuur reageert op die kopie, op de tautologie. Maar het mooiste zou zijn als we regen konden projecteren. Stel je voor – een cinematografische regen uit echte wolken. (130)

3572
Als rook uit een schoorsteen op een wintermorgen, als een stukje donkerblauwe hemel, als een wolk die je aan iets uit een andere wereld doet denken, als buffelstront. (191)

3573
(…) wolken – veranderlijke aggregatietoestand (…) (196)

3574
Eerste wolken. (200)

3575
Ach, dat moment waarin ik alleen op dat enorme veld onder de lege hemel stond, in de koude lucht, vol van de eerste geur van de winter, van de rook van hout en kolen die overwaaide uit het aanpalende dorp, de schemering en het voorgevoel, de eerste keer alleen, de eerste keer ergens anders, een lichte koude angst, koude wolken. (278)

3576
(…) de labyrinten van de stad waarin hij rondzwierf ‘eenzaam als een wolk (…) (307)

3577
Ik weet nog dat ik stierf als een naaktslak, rozenbottelstruik, een patrijs, een Ginkgo biloba, een slak, een wolk in juni (die herinnering is kort), een lila herfstkrokus aan de Berlijnse Halensee, een te vroeg bloeiende kersenboom, verkleumd van de kou door de late aprilsneeuw, als sneeuwvlokken die een beduvelde kersenboom doen verkleumen. (312)