wolkenfragmenten uit Jeroen Brouwers, Bezonken rood
3593
Pas op, er is in de menigte altijd
iemand die zich jou herinnert, misschien is die kleuter daar de schrijver die
bijna veertig jaar later te boek stelt jou tegen de wolken te hebben
zien langswiegen, besprenkeld met zonlichtspetters, de zoon van de zon die als
misdadiger ter dood zou worden gebracht, de plaatsbekleder van godzelf, door de
paus vredelievend op de wangen gekust: pax tibi. (78)
3594
Tabé njonja, mater dolorosa, jij
verdwijnt nu in je mooiste jurk met de wolkachtige motieven in het vuur
en de rookpluim die je nalaat vervluchtigt in de mist, – ik neem straks, thuis,
de zoveelste ‘Seresta Forte’ of ga mij eens te buiten aan jenever bij wijze van
remedie tegen mijn lichamelijk ongemak en als troost voor al het overige, om
weg te zijn, weg van de wereld, weg uit mijzelf. (105)