zondag 12 augustus 2018

driekleur 371


In een fauteuil bij het raam zit een kolossale vrouw in een rood gewaad. Jarvik ziet haar in profiel. Haar blinde haren staan naar alle kanten, alsof ze net uit bed is opgestaan. Het zonlicht weerkaatst in de zilveren of glazen bollen van een parelsnoer dat over haar boezem golft. Aan haar pols glimt een brede, gouden armband. Plotseling wendt de vrouw haar hoofd opzij en bemerkt ze de twee mannen die in de gang naar haar staan te kijken. In het tegenlicht kan Jarvik haar gezicht maar moeilijk onderscheiden. Hij ziet alleen tanden en felrood gestifte lippen bewegen, verder lijkt haar gezicht een zwarte vlek omkranst door een halo van woest blond haar dat oplicht in de herfstzon.

Frank Albers, Caravantis, 282-283