Bovenmaatse
afbeeldingen bepalen steeds vaker het straatbeeld. Nieuwe druktechnieken maken
gigantische uitvergrotingen mogelijk. En de spuitbus wordt met geringe
terughoudendheid gehanteerd, ook op daartoe niet voorbestemde plaatsen. De
gebruikers van de straat, mensen dus met normale formaten, kijken niet meer op
van de aanwezigheid van deze beelden – maar dat belet de fotograaf niet om op
te kijken van de interactie tussen deze passanten en de beelden die hen dreigen
weg te drukken.
In mijn stad bestaat een reglementering betreffende de
formaten van affiches, reclamepanelen en dergelijke. Ook op tijdelijke
afsluitingen of met zeildoek afgeschermde gevelstellingen. Ik vind dat zeer
zinnig. Ik zie in Brugge ook weinig graffiti opduiken. Wellicht bestaat er
tussen het een en het ander een verband.
Op deze twee foto’s zien we twee verschillende
interacties tussen passanten en ‘straatbeeld’. De kleurfoto verraadt gewenning:
we kijken er niet meer van op, van zo’n al bij al niet zo evidente
uitvergroting én indoctrinerende, agressieve productaanprijzing. (De foto heeft
geen bijzondere kwaliteiten, ik plaats hem hier alleen maar omdat hij
illustreert wat ik wil zeggen.) Op de zwart-witfoto kijken de passanten wél op,
en precies dat opkijken is vastgelegd. Je volgt de blik van beide dames, en pas
dan ga je goed bekijken wáár zij van opkijken: een spuittekening die minder
willekeurig blijkt te zijn dan wat je aanvankelijk zag, of eigenlijk niet meer
zag omdat je er niet van opkeek.
2 x Parijs – 040623