dinsdag 28 augustus 2018

van Dale 131-135

131
Hij ging haar garrotteren.
Philip Roth, Ik was getrouwd met een communist, 355

garrotteren /ȣɑrɔterә(n)/ (overg.; garrotteerde, h. gegarrotteerd) 1 wurgen met een touw 2 sterk binden

132
Een meedogenloze oude stormram, die buitengewoon gesteld was op dat soort gebbetjes, afgezien waarvan hij erg dol op Ira was en haar niet zag zitten.
Philip Roth, Ik was getrouwd met een communist, 361

gebbetje (het) (volkst.) grapje, geintje: gebbetjes maken

133
Zorgzame schippers aan de wal. Hun woonkamer lijkt een roef, het is een en al koper dat blinkt – bloempotten met sanseveria’s en een stuurwiel met de naam van hun laatste binnenvaartschip.
Jan Vanriet, Radeloos geluk, 223

1roef 3 overdekt deel van een vrachtschuit of een klein jacht dat tot verblijf dient; – overdekte plaats in een trekschuit

134
Kareltje De Keizer wordt van school gehaald en krijgt een ondergeschikt baantje bij een scheepvaartfirma, hij moet cognossementen ronddragen naar expeditiebedrijven tot diep in de haven.
Jan Vanriet, Radeloos geluk, 265

cognossement /kɔχnɔsәmɛnt/ (het) (kooph.) bewijs van recht van de afzender op goederen of de lading in een schip aanwezig, door de schipper afgegeven en ondertekend, waarbij deze erkent het goed ontvangen te hebben; tevens overeenkomst tussen schipper en inlader, var. connossement, syn. zeevrachtbrief

135
Himmler bekommerde zich om de sibbe.
Jan Vanriet, Radeloos geluk, 270

sibbe (de, verzameln.; -n) de gezamenlijke verwanten, syn. familie, clan: in de Germaanse samenleving nam de sibbe een voorname plaats in