Gisteren schreef ik: ‘Je moet aanvaarden dat je –
tijdelijk? – de volledige controle over je lichaam moet afstaan.’ Dat is een
ontoereikende formulering. Want wat is dat, een volledige controle over je
lichaam? Met die vraag werd ik geconfronteerd toen ik na een week of vijf met
een urologisch probleem kreeg af te rekenen.
© thuisarts.nl
|
(Het is niet kies om hier uitvoerig allerlei medische
kwesties uit de doeken te doen, en dat is zeker niet mijn bedoeling. Ik doe het
enkel omwille van de inzichten die ze mij hebben bijgebracht.)
Het urologisch probleem waarmee ik kreeg af te
rekenen, kan ik zeer eenvoudig omschrijven: ik kon niet meer plassen. Urineren.
Watereliseren, zoals de Witte het omzwachtelde in De Heren van Zichem.
(‘Mijnheer pastoor Munte, ik moet watereliseren!’) Ik weet het, het is banaal –
maar dat is het ook weer niet. Helemaal niet, eigenlijk. Je zit met een volle
blaas en er is, met geen moyen,
iets uit te krijgen. Dat is nu eens iets waar je nooit eerder bij hebt stilgestaan.
Dat zoiets mogelijk zou zijn. Eigenlijk heb je je nooit eerder gerealiseerd dat
het al die jaren wél lukte.
Maurice Merleau-Ponty, de fenomenoloog, niet de
coureur, had het met betrekking tot bepaalde lichaamsfuncties over les
processus en troisième personne: deze processen voltrekken zich in ons
lichaam zonder dat wij daar ook maar enige controle over hebben. Zij voltrekken
zich als het ware in de derde persoon. Wij staan er nooit bij stil, en als we al
iets over dergelijke processen zouden vinden, zouden wij ze vanzelfsprekend
vinden. Maar zelfs dat vinden wij niet. Wij wijden er enkel een gedachte aan
als iets niet meer werkt. De werking van de hersenen, van de longen, van het
hart, van de maag en darmen, van de bloedsomloop, van de lever, van de blaas...
Enzovoort. Als we het eens goed bekijken, is er eigenlijk weinig in verband met
ons lichaam waar we wél controle over uitoefenen.
Als zo’n processus en troisième personne, zoals
het vermogen om te kunnen plassen, niet meer werkt, zou je bij God niet weten
wat je moet doen om het wél te doen werken. Er zit geen schakelaar aan, geen
noodknop. Help! Hoe moet ik dit nu weer aan de praat krijgen? Machteloosheid.
Dat is wat je voelt. Dat is wat ik, voor het eerst in mijn leven, voelde.
De directe gevolgen van het niet kunnen legen van een
volle blaas zijn niet zo prettig. Via een sonde wordt de urine opgevangen in
een plastic zak. Zo’n sonde kan een intermittente sonde zijn, of een ‘verblijfssonde’.
In bepaalde gevallen, zo leerde mij een verpleegster, zijn sondes definitief. Dan
worden ze in plaats van door de pisbuis middels een kleine operatie dwars door
de buik aangebracht – en er zit een kraantje op, om zelf de afvoer te
reguleren. Bij mij is het gelukkig niet zo ver gekomen.
Net zoals de functie het zonder enige aanwijsbare
oorzaak liet afweten, zo keerde ze terug. Schoorvoetend, dat wel, maar toch. En
al evenzeer: zonder aanwijsbare oorzaak.