dinsdag 7 augustus 2018

intensieve zorgen – 10


Ik schrijf dit op 25 juni, mijn 37ste dag in het ziekenhuis. Het is de eerste keer dat ik enkele handgeschreven notities niet te na gesproken – schrijf, en ik schrijf nochtans normaal gezien zo goed als dagelijks. Het doet me goed het schrijven opnieuw op te vatten. En ik prent mezelf in dat het zinvol is of kan zijn. Ik wil deze ervaring vastleggen, niet vergeten, er het een en ander van doorgeven want als ik dit zelf als waardevol ervaar, kunnen anderen er misschien ook iets aan hebben en dan heeft het allemaal toch nog voor iets gediend.

Eerder dan vandaag was van schrijven geen sprake – en ook nu is het tokkelen op het klavier van mijn laptop niet evident, merk ik. Zoals er zoveel bewegingen en handelingen die voorheen evident waren, zo evident dat ik er nooit bij stilstond, dat nu niet meer zijn. Of een paar weken lang niet meer geweest zijn. Want nu gaat het alweer veel beter. Ik kan al op een stoel met wieltjes alle hoeken van mijn ziekenhuiskamer en de bijhorende badkamer bereiken en daar allerlei handelingen verrichten die ik een tijd, na ze een heel leven gedachteloos te hebben uitgevoerd, niet meer kon verrichten. Ik kan mijn hoofd en nek en intieme delen wassen, ik kan mijn tanden poetsen en haren kammen, ik kan naar de wc gaan en mij schoonvegen. En dan rol ik mezelf terug naar mijn tafel, om daar zelf, zonder hulp, te eten, of daar, rechtop zittend, een boek te lezen of deze zinnen te tikken.

(Vervolg, geschreven op 4 augustus) Het is spectaculair, hoe het geheel van handelingen en bewegingen die je dagelijks uitvoert en die, ‘normaal’ gezien, vloeiend in elkaar overgaan en zonder problemen kunnen worden voltrokken, na zo’n verstoring – in een fractie van een seconde – in fragmenten uit elkaar valt, en hoe je al die brokstukken een voor een moet opnemen, er van alle kanten het licht op moet laten vallen en ze op die manier moet herbekijken, herijken, om je ze dan opnieuw eigen te maken. Hoe moet je vanzelfsprekendheid herstellen eens je je van die vanzelfsprekendheid bewust bent geworden doordat ze werd geproblematiseerd?

Dat voor wat de motoriek betreft. Uiteraard heeft het niet meer zonder hulp kunnen uitvoeren van – soms erg intieme – handelingen ook zijn uitwerking op het gemoed. Het is een aanslag op je vrijheid, op je zin voor onafhankelijkheid, op je eigenwaarde. De enige manier om dit aanvaardbaar te houden is de bereidheid opbrengen om je te laten helpen. Je mag niet in elke interventie een betutteling zien. Je moet aanvaarden dat je – tijdelijk? – de volledige controle over je lichaam moet afstaan.