Over een loopband spurt een knokige
jongen nergens heen. Helrode bandana en een geel, mouwloos trainingsshirt,
doorweekt. Op flatscreentelevisieschermen hoog in alle hoeken van de gymzaal
ligt een naakte vrouw te slapen in een sarcofaag van neonlampen. Een lege
squashbaan achter glas. Lichte popmuziek, luid en upbeat, vult de ruimte.
Maandagavond, twintig voor acht. Désirée is nergens te zien.
‘Kunt u even naar dit lampje kijken?’
Hij kijkt naar het lampje en laat zich
ongevraagd fotograferen.
Dominique overhandigt hem een zwart
riempje.
‘Dit is uw hartslagmeter.’
Frank Albers, Caravantis, 143