wolkenfragmenten uit Alicja Gescinska, Een soort van liefde
2924
Door de laaghangende wolken leek het dan alsof
de wereld bij die twee torens ophield te bestaan, alsof daarachter niets meer
was; enkel een grijze, mistige leegte. Langzaam trok de mist op en kwam de
wereld vanachter dat wolkengordijn weer tevoorschijn. (25)
2925
Zijn stem vulde de ruimte en zijn gezicht straalde
meer warmte en licht uit dan de herfstzon die haar stralen door een dun wolkendek
heen prikte. (90)
2926
Het was rustig, het fietspad was breed, geen wolkje
aan de lucht, de zon scheen helder, maar niet te fel, de vogeltjes floten, en
ik fietste en fietste verder en genoot vn de geur van het versgemaaide gras en
het briesje op mijn gezicht. Opeens begon het fietspad te versmallen, het werd
bewolkt, de zachte wind werd koud en schuurde langs mijn armen en benen. (193)
2927
Het fietspad werd weer breder, de zon verdreef de
donkere wolken en alles was goed. (194)
2928
Waarom dan dat bloed en die pijn, terwijl mijn lichaam
boven de wolken met vele honderden kilometers per uur de oceaan over
vloog? (217)