190127
(…) * P. toont een foto waarop hij staat met de weduwe
van Wannes van de Velde. ‘Ik had haar in dertig jaar niet meer gezien,’ zegt
hij, ‘maar het was alsof we elkaar pas gisteren nog hadden ontmoet. Ze heeft
een fenomenaal geheugen, die vrouw. Ze wist nog welke wijn er dertig jaar
geleden op tafel had gestaan.’ * (...) A. heeft een bewogen en zeer interessant leven gehad. Iemand heeft haar
geschiedenis, opgetekend op basis van interviews, in een roman verwerkt,
geschreven in het Arabisch en vervolgens (slecht, aldus A.) vertaald naar het
Engels. Zij heeft zich niet in die roman herkend, en heeft hem dan ook nooit
volledig gelezen. Ik vraag mij af: moet ik het niet doen?, moet ik haar
geschiedenis niet optekenen?, dat leven is toch veel waardevoller geweest dan
het mijne waar ik nu zoveel aandacht en tijd aan besteed ooit kan zijn? A.’s
appartement kijkt uit op zee, rechts het casino van Oostende. Het wisselende
licht van tussen de donkere wolken en de onstuimige baren op deze stormachtige
dag. *