Eigenlijk heeft mijn moeder zich opgeofferd. Het welzijn van haar
kinderen – die zij nog moest krijgen – was het hogere doel waarvoor haar
persoonlijk geluk moest wijken. Daarom moest zij bij de man blijven met wie zij
was verbonden in een huwelijk waarvan zij zo verschrikkelijk vroeg, maar toch
te laat, inzag dat het berustte op een foute keuze. Die opoffering was natuurlijk
op haar beurt een tragische vergissing want het welzijn van haar kinderen werd
niet in de hand gewerkt door de kilte van het gezin waarin zij moesten
opgroeien – in werkelijkheid had zij ‘zich weggegeven zonder uitzicht op gewin’.61
Er was natuurlijk ook de idee dat de integriteit van het huwelijk
koste wat het kost moest gevrijwaard blijven. Zo had mijn moeder het geleerd,
zo was het haar opgedrongen. Het rooms-katholieke geloof, dat in die tijd nog
altijd een groot deel van de maatschappij in zijn greep hield, had de enige
liaison die mogelijk was, het huwelijk tussen een man en een vrouw, ingekapseld
in geboden en moraliteit omdat het van onschatbare waarde was als instrument om
de samenleving te ordenen en onder controle te houden. Dat het concept 'het
gezin als hoeksteen van de samenleving' – dat nog decennia lang door de
christendemocratische partij CVP, later CD&V, hoog in het vaandel werd
gevoerd – in de meeste gevallen niet eens strookt met de menselijke natuur, met
de aard van het beest, werd daarbij consequent over het hoofd gezien. Het
huwelijk was een sacrament. De mens, zo werd elk nieuw stel tijdens de
huwelijksplechtigheid ingepeperd, zal niet ontbinden wat God heeft verbonden.
Dat was allemaal zeker waar, maar er zal toch ook wel veel angst
hebben bijgezeten: de angst om uit de gemeenschap te worden gesloten, de angst
voor de schande. Mijn moeder was een angstig mens. Zij had een sterke hang naar
conformisme. Zij wou niet uit de pas lopen, zij wilde nooit opvallen. Zij koos,
als er een kleur moest worden gekozen, meestal voor grijs of beige.
Wie lag er wakker van? De uitdijende kringen die zich concentrisch
verwijderden van het punt waar de steen in de poel was terechtgekomen, zouden
al vlug uitgevlakt zijn. En de steen zou definitief op de bodem rusten.
Moeders offer. Waaruit bestond dat offer? Denk aan het offer in
een schaakspel. Een stuk van een hogere waarde wordt geruild voor een stuk van
geringere waarde, in de hoop dat de aldus verkregen positie grotere winstkansen
zal bieden. Vrij van opportunisme en berekening kun je zo'n manoeuvre zeker
niet noemen. Integendeel, er zit meer berekening achter dan bij een zet die
behoudsgezind binnen de conventies blijft en de voorgeschreven algoritmes
afhaspelt: e4-e5, Pf3-Pc6, Lf4-enzovoort. In het schaken is een offer altijd
een dubbelzinnig gebaar want het beoogde resultaat is – uiteraard – winst. Een
moederoffer daarentegen is onbaatzuchtig. Mijn moeder schikte zich volledig
naar wat van haar werd verwacht in de maatschappij waarin zij leefde. Het kwam
wellicht niet eens in haar op dat zij de mogelijkheid had om ándere keuzes te maken. Zij voegde zich naar wat de context van
haar verwachtte, en die context was katholiek, Vlaams, conventioneel, braaf.
Jacques Brel bezingt het, wanneer hij de brave burger soepslurpend binnen de
lijntjes laat kleuren.62
Wat offerde moeder op? De mogelijkheid van een ander, wellicht
gelukkiger leven. Maar zou zij ooit gelukkig kunnen zijn, wetende wat zij haar
kinderen zou hebben aangedaan? Nu gaat men daar – misschien ten onrechte – veel
lichter over. Maar toen verbraken echtparen hun echtverbintenis niet. Zelfs
toen mijn ouders, pas in 1980, dan toch uit elkaar gingen, waren zij in mijn
omgeving een van de eersten. Ik herinner mij niet dat een van mijn leeftijdsgenoten
op dat moment reeds, net als ik, een kind van gescheiden ouders was.
61 Tommy Wieringa, Caesarion, 198
Lees hier
LVO vanaf het begin