190117
Wat betekent het als ik droom dat ik me samen met X., in
de context van een verhuizing, heb ik het gevoel, per fiets van punt A naar
punt B begeef, dat ik achter haar aan rijd en dat zij mij, door onaangekondigd
een zijweg in te slaan, in een pas aangelegd bloemenperk doet belanden waarin
de plantjes mooi gerijd zijn maar nog niet in bloei staan? Ik kan nauwelijks
mijn evenwicht bewaren, maar blijf toch recht. Bij haar geen enkel teken van verontschuldiging
of bezorgdheid. Het is meer van: ‘Wat doe jij daar nu ineens in dat
bloemenperk?’ Mijn fiets is tot stilstand gekomen in het rulle zand. Ik keer
terug naar het gebaande pad. * Hoeveel keren, en in welke boeken, is nu al
beschreven hoe de mensen in de hoogste verdiepingen van de Twin Towers zich
hebben gevoeld, wat ze hebben gedaan, hoe ze naar hun einde zijn gesprongen –
zoals nu ook in Het eerste weekend van Bernhard Schlink. Ik denk aan dat
boek van Beigbeder – ik ben de titel vergeten. Maar ik vermoed dat het ook in Extreem luid,
etcetera van Safran Foer aan bod komt, en wellicht ook, afgaande op de
afbeelding op het voorplat, in Vallende
man van De Lillo. Het eerste weekend is
geen geslaagde roman omdat Schlink er onvoldoende in slaagt zijn personages
leven in te blazen en uit elkaar te houden. Op een van de laatste bladzijden
van Het eerste weekend, dat overigens wel interessante ideeën bevat, gaat
het, eens te meer bij Schlink, over het omgaan met schuld uit het verleden, dit
keer in verband met terroristische activiteiten van de Rote Armee Fraktion. Achteraan
(186) vind ik ook nog twee essentiële dingen des levens: ‘de beide echtparen
geborgen in de vanzelfsprekendheid van hun samenhorigheid’ en: ‘het opgaan van
de enkelingen, met hun sympathieën en antipathieën, in een gezamenlijke taak’.
*