190114
Vanmorgen opgestaan met het nieuws dat men van plan is om
het godsdienstonderwijs opnieuw meer af te stemmen op de geloofs-‘waarheden’.
Er zou onder meer een lijst van 350 door de leerlingen te kennen items worden
opgesteld, met daarin onderwerpen zoals ‘De Barmhartige Samaritaan’, ‘Mozes’,
‘Exodus’, ‘De Tien Geboden’ enzovoort. De kennis van die onderwerpen bij de
jeugd van tegenwoordig is naar verluidt deplorabel. Maar met die kennis
verdwijnt natuurlijk de connectie met onze hele cultuur. Ze hebben niet op een
fatsoenlijke manier toegang tot de westerse literatuur, schilderkunst, muziek
enzovoort als ze die dingen niet kennen. Ik juich de hervorming dan ook toe. *
Vandaag ook in het nieuws: amper twee weken na het burgemeesterschap van
Antwerpen te hebben opgenomen, waarvoor hij ook verkozen was, beslist Bart De
Wever om bij de verkiezingen van 26 mei het minister-presidentschap te
ambiëren. Dat is echt er met uw klak naar gooien, als ge het mij vraagt. Het is
zogenaamd het hoger belang en tegen zijn goesting, en strategisch zal het wel
goed uitgedokterd zijn, maar opzichtiger kunt ge de democratie en de kiezers
natuurlijk geen neus zetten. * (…) Dat is heel pijnlijk en absoluut niet iets
om fier op te zijn, maar het is wel zo, ik kan dat niet ontkennen. * Het
gesprek (…) komt op Austerlitz van Sebald, en naar aanleiding daarvan
begin ik met mijn vijfde lectuur van dat boek (verworven onmiddellijk nadat de
vertaling van Ria van Hengel uitkwam in 2003, en dan gelezen in maart 2003,
november 2004, januari 2010 en september 2014). Ik sta opnieuw versteld van hoe
prachtig en beklemmend, hoe schitterend geschreven en hoe voortreffelijk
vertaald die eerste bladzijden zijn. Om de vijf jaar dat boek lezen? Eigenlijk
zou ik het elk jaar moeten doen, zolang het mij nog vergund is. * Austerlitz,
31: Sebald brengt in zijn verslag over het bezoek van zijn ik-figuur aan het
fort van Breendonk Jean Améry ter sprake (…) Ik zie dat Sebald van Améry naar
Simon associeert, Claude Simon, (…) en wel naar diens boek Le Jardin des
Plantes, dat ik niet ken en waarin een gelijkaardige ‘bijzondere vorm van
tortuur’ staat beschreven als deze die Améry in het fort van Breendonk heeft
moeten ondergaan. Waarbij ik mij de bedenking maak dat ik een project zou
moeten opzetten waarbij ik alle draden die vanuit dat boek van Sebald, mijn
favoriete boek, vertrekken, zou moeten opnemen en ontrafelen. Améry lezen, dus.
En Simon lezen, dus. En daarover dan schrijven: het hele meta-Austerlitz.
*