190130
M. vertelt me over zijn verleden en de zoektocht
daarnaar die hij recent genoodzaakt was te maken. (…) Ik raad M. aan om zijn
ervaringen – die niet altijd positief zijn want sommigen gooiden gewoon de
hoorn op de haak of klapten de voordeur dicht – op te schrijven. Straks is het
allemaal weg, en dit is nochtans belangrijk voor het onthouden van zijn
persoonlijke geschiedenis. ‘Kan zijn,’ zegt M., ‘maar ik geloof dat het in
bepaalde gevallen beter is dat je niet onthoudt, dat je vergeet.’ * Grossman
(plusminus pagina 600) bedenkt dat mensen, indien het einde van de wereld met
grote precisie vastgesteld is op een nabije datum en onafwendbaar is, bijvoorbeeld
door de inslag van een immense kometenregen, ertoe geneigd zouden zijn om
elkaar en zonder terughoudendheid eindelijk de ongekuiste waarheid te
vertellen. Interessante gedachte, en ik denk dat Grossman het bij het rechte
eind heeft. Wat heb je dan immers nog te verliezen. Het is wat soms op een
sterfbed gebeurt: de mens die zijn laatste momenten beleeft, besluit om zijn
waarheid niet mee het graf in te nemen. Het betekent ook dat leugenachtigheid
met tijdelijkheid te maken heeft: zolang er tijd is, loont het de moeite om de
waarheid achter te houden, om te fictionaliseren. * (…) * Ik schrijf dit op de
trein. Het heeft gesneeuwd. Ik kijk af en toe op en bewonder het landschap, dat
helemaal wit is. Ook de bomen zijn wit, het waait niet of nauwelijks en de verse
sneeuw is op de takken, tot en met op de kleinste twijgjes, blijven liggen.
Daardoor is wat ik zie des te betoverender. In de verte gaan de witte akkers en
weiden in nevel op. *