vrijdag 31 januari 2020

vorig jaar 75


190130
M. vertelt me over zijn verleden en de zoektocht daarnaar die hij recent genoodzaakt was te maken. (…) Ik raad M. aan om zijn ervaringen – die niet altijd positief zijn want sommigen gooiden gewoon de hoorn op de haak of klapten de voordeur dicht – op te schrijven. Straks is het allemaal weg, en dit is nochtans belangrijk voor het onthouden van zijn persoonlijke geschiedenis. ‘Kan zijn,’ zegt M., ‘maar ik geloof dat het in bepaalde gevallen beter is dat je niet onthoudt, dat je vergeet.’ * Grossman (plusminus pagina 600) bedenkt dat mensen, indien het einde van de wereld met grote precisie vastgesteld is op een nabije datum en onafwendbaar is, bijvoorbeeld door de inslag van een immense kometenregen, ertoe geneigd zouden zijn om elkaar en zonder terughoudendheid eindelijk de ongekuiste waarheid te vertellen. Interessante gedachte, en ik denk dat Grossman het bij het rechte eind heeft. Wat heb je dan immers nog te verliezen. Het is wat soms op een sterfbed gebeurt: de mens die zijn laatste momenten beleeft, besluit om zijn waarheid niet mee het graf in te nemen. Het betekent ook dat leugenachtigheid met tijdelijkheid te maken heeft: zolang er tijd is, loont het de moeite om de waarheid achter te houden, om te fictionaliseren. * (…) * Ik schrijf dit op de trein. Het heeft gesneeuwd. Ik kijk af en toe op en bewonder het landschap, dat helemaal wit is. Ook de bomen zijn wit, het waait niet of nauwelijks en de verse sneeuw is op de takken, tot en met op de kleinste twijgjes, blijven liggen. Daardoor is wat ik zie des te betoverender. In de verte gaan de witte akkers en weiden in nevel op. *