wolkenfragmenten uit Italo Calvino, Zes memo’s voor het volgende millennium
3531
Om het hoofd van Medusa af te
hakken zonder daarbij zelf te verstenen, verplaatst Perseus zich op het
lichtste dat er is, de winden en de wolken; en hij vestigt zijn blik op
datgene wat hem alleen via een indirecte waarneming onthuld kan worden, in een
beeld dat opgevangen wordt in een spiegel. (14)
3532
We kunnen stellen dat door de
eeuwen heen in de literatuur altijd twee tegengestelde tendensen hebben
gewedijverd: de ene streeft ernaar de taal te maken tot een gewichtloos element
dat over de dingen heen zweeft als een wolk, of beter gezegd als zeer
fijn stof, of nog beter, als een veld van magnetische impulsen. De andere
streeft ernaar in de taal juist de zwaarte, de dichtheid en de concreetheid van
dingen, lichamen en gewaarwordingen over te brengen. (25)
3533
Zeer aangenaam is echter ook een
weidse en geheel egale vlakte, waar het licht vrij spel heeft en zich zonder
variatie of belemmering verspreidt, waar het oog zich verliest enz., door het
onbepaalde idee van uitgestrektheid dat die aanblik oproept. Zo ook een hemel
zonder wolken. (Calvino
citeert Giacomo Leopardi, 71)