8.
Grenzen
grenzen identiteiten af. ‘Wie een grens ziet, ziet beide kanten van die grens.
Het een en het ander.’ Dat schrijft P.F. Thomése in Schaduwkind. Ofwel verschillen die identiteiten niet van elkaar,
zoals de celwand in een biologische structuur de ene identieke cel van de
andere scheidt. Ze kunnen hooguit splitsen en zich vermenigvuldigen, en ze
komen nooit meer samen. Ofwel verschillen die identiteiten wél van elkaar en ontstaat
er een onderscheid tussen het ene en het andere, tussen wij en zij. Maarten
Boudry verklaart in Waarom de wereld niet
naar de knoppen gaat het racisme vanuit ‘bepaalde diepgewortelde neigingen
van ons brein’. ‘De mens,’ aldus Boudry, ‘zoekt van nature een “wij” met wie
hij zich verbonden kan voelen, en een “zij” tegen wie hij zich kan afzetten.’
Dit gaat altijd gepaard met ‘gevoelens van superioriteit van de eigen groep’.
Die ‘diepgewortelde neigingen’ vinden hun oorsprong in de ‘complexe sociale omgeving’
waarin onze voorouders leefden: het vormen van ‘samenwerkingsverbanden’ was
cruciaal voor het overleven.
Een in onze
digitale en in hoge mate virtuele leefwereld opmerkelijk voorbeeld van dit
wij-zij-denken zijn Facebook en de bubbels die wij daarop bezetten. Toen
onlangs, als protest op de besparingen van Jambon in de cultuursector heel wat
Facebook-participanten hun profielfoto zestig procent geel inkleurden, zag ik
opeens in het vierkantje met negen representanten van mijn contacten alles geel
kleuren en ik dacht: ziedaar de bubbel waarin ik zit en nooit uit geraak. Of
toch maar met de grootste moeite. Het schot tussen mij en de anderen, diegenen
die niet geel kleuren en die ánders denken, is een Chinese Muur die, anders dan
die van Berlijn, niet kan worden neergehaald.
lees hier
vanaf aflevering 1 van dit stuk over grenzen