27 juli – zondag / Elisabethlaan
Al om vier uur wakker en naar de
Visart. Lectuur op het terras, met kampeerverlichting: Pasolini-biografie en
John Cleeses vulgarisatie over systeempsychologie. Dan toch nog in bed en op
tijd er weer uit voor (…) de fietsrit met de wielervrienden van de
zondagvoormiddag: een onuitgegeven traject van 70 kilometer over Sint-Joris,
Ursel, Kleit en zo terug via Knesselare en de berg van Oedelem. Ik kom als
eerste boven maar betaal de inspanning met hevige pijnscheuten in mijn hoofd –
ik denk dat ik daar toch eens moet laten naar kijken. (…)
(…)
(…)
‘Als je Proust hebt gelezen, is je
leven veranderd’, zegt Paul de Wispelaere op het achterplat van het tweede deel
van Op zoek naar de verloren tijd
waarin ik dezer dagen bezig ben. Hoe zou het nog met Paul de Wispelaere zijn?
Niet zo goed, denk ik. Ook hij is een van mijn helden geweest.
We zien de boetprocessie passeren.
Ik maak foto’s. De Veurnese processie is veel minder een showprocessie dan die
van Brugge. Het is een geloofsoefening, in esthetisch opzicht naïef ingevuld.
Wel met enige ambitie, maar toch nog schraal en (ongewild) sober. Het peloton
boetelingen dat helemaal achteraan de optocht van taferelen volgt, is
indrukwekkend. Gemaskerde mannen en vrouwen, vaak blootvoets, dragen kruisen van
ongelijk formaat waarvan de grootste op het eind van de ommegang toch wel
bijzonder zwaar moeten doorwegen. ‘Vroeger was die groep veel groter,’
herinnert Sarah zich nog. Bij de taart bij Wilfried en Katrien zegt tafelgenoot
Georges, een tsjeef die een tijd in
de Veurnese gemeenteraad heeft gezeteld (…), dat vroeger de
burgemeester in de stoet meeliep, ook als het een socialistische burgemeester
was. De huidige socialistische burgemeester doet dat niet en dat wordt hem zeer
kwalijk genomen. Wilfried heeft nooit aan de stoet meegedaan, ook niet als
boeteling. Zijn politieke kleur liet hem dat niet toe. Maar mijn moeder heeft,
denk ik, wel nog meegelopen, zegt hij. Het moet hier in Veurne een diep in de
families ingebakken verschil zijn.