10 juli – donderdag / Visart
(…) De geplogenheden, de trein van
negen uur. Op mijn weg naar het station zie ik hoe het herfstweer van het
voorbije etmaal hier en daar uit de kluiten gewassen takken van de bomen heeft
gerukt. Ik moet denken aan de dakloze die ik hier op een bank zag zitten, en de
dag erna op precies dezelfde bank: waar heeft hij deze nacht geslapen?
Een dag om snel te vergeten, ware
het niet dat ik er toch in slaagde om iets te creëren, te weten een omstandige
brief aan Didier Van der Steene, naar aanleiding van zijn commentaar ‘je
vertelt het allemaal zo “sec”, wat het inlevingsvermogen van de lezer op scherp
zet’ bij een stukje over mijn tour.
’s Avonds (na een slome dag op het
werk) verneem ik van Sarah, die nog tot morgen in De Panne zit, dat ginds de
mooie parasol van Anne en Carlos is stukgewaaid. Dat is ook van mijn
negligentie het gevolg want toen ik daar in het begin van de week door het raam
naar de wuivende bomen zat te kijken, dacht ik nog even dat het niet zo’n goed
idee was om de parasol open te laten staan. Maar ja, hoe gaat dat: tussen
waarneming, besef, gevolgtrekking en effectieve actie ligt er, zeker bij weinig
praktisch aangelegde mensen zoals wij zijn, vaak een hele afstand. Een afstand,
overigens, die mij doet denken aan de afstand tussen de al te kleine hersenpan en
het puntje van de staart van die voorhistorische monsters waarvan de naam mij
nu ontsnapt (ook al omdat het tussen hún tijd en de onze een heel end is), en
waarvan het uitsterven niet altijd door een klimaatsverandering wordt uitgelegd
maar soms ook door een te trage reactietijd: wie in hun staart beet, won!
Ik breng een deel van de avond
door voor de televisie: onder meer met Vive
le vélo, het Tour-praatprogramma van Karl Vannieuwkerke, waarin deze keer
de actrice Jeannine Bisschop uitermate gênant alleen maar met zichzelf bezig
zit te zijn.