zaterdag 20 september 2014

wolken 1181-1185



wolkenfragmenten uit Edmund de Waal, De haas met de amberkleurige ogen

1181
Om een kopje of doos (of netsuke) – gemaakt van een materiaal dat volkomen nieuw voor je was – op te pakken, om- en om- te draaien, het gewicht ervan in je handen te wegen, de balans te voelen en met je vinger over het reliëf van een door de wolken vliegende ooievaar te strijken? (58)

1182
De kunstenaar heeft er bloeiende appelbomen op afgebeeld, heilige kraanvogels boven een waterplas, boven een bergketen en meanderend door een met wolken gevulde hemel, een paar mensen in wapperende gewaden, in poses die voor ons misschien bizar lijken, maar immer gracieus en elegant zijn, onder hun grote parasols… (64)

1183
De afbeeldingen op het lakwerk verstrengelen zich met Charles’ groeiende liefde voor de schilderijen van de impressionisten: die beelden van bloeiende appelbomen, luchten vol wolken en vrouwen in wapperende gewaden komen regelrecht van Pissarro en Monet. (64)

1184
Maar de meeste van Charles’ schilderijen zijn van het platteland. Ze bevatten voortrazende wolken en wind door de bomen, die appelleren aan zijn gevoel voor vergankelijkheid. (85)

1185
Ze schrijft voor een Duits tijdschrift over Amerikaanse architectuur en idealisme: hoe de bezieling en verbetenheid van wolkenkrabbers past bij de filosofie van haar tijd. (219)