maandag 22 september 2014

zomer veertien 34



28 juli – dinsdag / Visart

Nauwelijks op tijd op om tijdig klaar te zijn voor ons vertrek per fiets naar Beerlegem en Huise. (…) We rijden langs Aalter en vervolgens Bellem, Sint-Maria-Leerne, Nazareth. (…) Via Gavere komen we uiteindelijk in Beerlegem aan.

Hartelijke (…) ontvangst door D.. (…) Ik geef hem de ingelijste foto van het voorovergebogen mannetje bij het voetballoket in Zeebrugge. D. toont ons een map met tekeningen. We eten een paar boterhammen en drinken witte wijn (…). We hebben het over facebookvriendschappen, de erotische impuls die speelt bij het tonen van de eigen productie. Ik wil alle vrouwen verleiden, zegt D.. Hij (…) vertelt over de uitvouwbare boot die zijn zoon heeft ontworpen. En over zijn buurman die is gestorven. ‘Je wilt dat huis niet zien: het enige wat er bijkomt is onkruid en nog meer verlatenheid.’ Ik schrijf een opdracht achterop de lijst met mijn foto: ‘Voor mijn bond- en lotgenoot D.’.


We komen om half zes aan bij de P.’s. Zoals altijd een zeer warme ontvangst. Limonade aan de tuintafel (…). Daarna aperitief, binnen omdat het al wat te fris wordt. En vervolgens krijgen we een maaltijd geserveerd: quiche met een assortiment van heerlijk bereide groenten: champignons, courgettes… Allemaal zeer bijtgaar. De gesprekken gaan onder meer over de vriendengroep in Brugge en dan vooral over S., en over de situatie in Palestina. Johan vertelt dat hij op Arte een documentaire zag over Israëlieten die in Ethiopië zwarte Joden of Falasja een mooie toekomst in het ‘Beloofde Land’ voorspiegelden en hun vervolgens baantjes in de diepvriezers van de voedselvoorziening verschaften. (…) Over Alfred Hitchcock gaat het ook even, herinner ik me nu. Een anekdote. Alfred daagt een vriend uithij zal een hele nacht aan een ketting geketend worden opgesloten. En hij krijgt er een fles whisky bij. Geen probleem, zegt de vriend, die echter niet weet dat Alfred een laxeermiddel bij de whisky heeft gegoten. We hebben het ook over hoe moeilijk het is om als koppel in te kleine ruimten samen te leven. Je moet altijd een uitwijkmogelijkheid hebben. (…)