22 juli – dinsdag / Elisabethlaan
Ik verneem in het ochtendnieuws op
de radio dat er een Vlaamse regering in de maak is. (…)
Ik lees de laatste bladzijden van
het deel 1956-1957 van Hans Warrens Geheim
dagboek. Vreemd, hoe dat geleuter me toch in de ban blijft houden. Het
heeft nauwelijks literaire en in het geheel geen filosofische kwaliteit, en
toch blijft Warren die toon aanslaan die een mens vasthoudt en doet uitkijken
naar wat volgt, of er dan misschien toch nog verbetering zit aan te komen. Dat
is ook een beetje de ondertoon die zowat de essentie uitmaakt van wat hij als
mens en kunstenaar te betekenen heeft: het net-niet, het voortdurende uitzicht
op de mislukking, de niet volledig waargemaakte ambitie. En in die zin is zijn
dagboek dan misschien nog een adequate vertaling van zijn leven te noemen.
Ik breng de hele namiddag door met
het klasseren van foto’s, terwijl de tv beelden overbrengt vanuit de Pyreneeën.
Als de renners zijn aangekomen, slaag ik er toch nog in om me anderhalf uur op
Proust te concentreren.
Met Sarah, Anna-Livia en Viviane
naar Boyhood. We kaarten nog na bij
een glas in de tuin van de Elisabethlaan. (…)