17 juli – donderdag / Visart
In een droom moet ik een verzameling van waardeloze prullen
samenhouden. De tijd dringt. Alle items zijn genummerd, maar ze zitten in
mappen en die vallen alsmaar open en alles dreigt op de grond te vallen. Achter
mijn schouder kijken mensen geërgerd toe (of is het geamuseerd!). Dirk F., die vijfendertig
tot eenenveertig jaar geleden op de middelbare school zes jaar lang een stille
klasgenoot was, is een van hen. Er staat alweer iets anders te gebeuren en als
ik mijn verzameling niet op orde heb, is al mijn ijver voor niets geweest. Zo
lijkt het toch, in mijn droom.
Ik begin aan het essay van Harrie Lemmens dat achterin Kleine herinneringen is opgenomen. ’t Is
eigenlijk niet meer dan een overzicht van de romans die Saramago heeft
geschreven.
(…)
Beneden op het voetpad staat een groep jonge meisjes die in de
B&B op het gelijkvloers van mijn appartementsgebouw hebben overnacht. Maar
meisjes toch, had ik dat geweten! (…)
(…)
(…) Aline en (…) Griet zijn er wel, in Zeebrugge. Ik ben in
een trieste stemming, maar de warmte en het aangename gezelschap helpen me er
bovenop. Aline vertelt dat ze (…). We lachen met Costa Rica (…) en met de
kapotte nagel van mijn dikke teen. Daarna gaan we met z’n vieren zwemmen. Ik
breng van op een veilige afstand Aline aan het lachen door (…) als een lasso
boven mijn hoofd in het rond te zwaaien. Het water is lauw, hier en daar een
koude onderstroom. We zwemmen tot waar we geen grond onder onze voeten meer
voelen. Er is een gevoel van verbondenheid.
Thuis kijk ik eerst nog naar ‘Vive le vélo’ in de Visart en
drink ik samen met Sarah (…) nog een glas in de tuin van de Elisabethlaan. (…)
Vooraan in het nieuws vandaag: in Oost-Oekraïne wordt een
Maleisische jumbo neergehaald. Er zijn meer dan driehonderd doden en er is
oorlogsdreiging. De Russische, door Poetin gesteunde, rebellen zijn de prime suspects. En quasi tegelijkertijd
valt Israël, na dagen van wederzijdse bombardementen, met grondtroepen de
Gazastrook binnen. Hier is de dodenscore – voorlopig – 250-1.