11 juli – vrijdag / Visart
Een dag van alleen maar lectuur en
schrijfschrijf voor de boeg, enkel onderbroken (te vaak eigenlijk) door
Facebook-afleiding. Ik lees: Saramago, Cortázar, Proust, Reijnders (Reislust). Het voornemen om mijn woning
op te ruimen blijft – eens te meer – in de fase van het voornemen steken. Idem
voor mijn fietsplannen – maar daar kan het slechte weer (grauw, grijs,
miezerig) als excuus worden ingeroepen.
Middageten doe ik met Sarah, die
onverwacht vroeg uit De Panne is teruggekeerd. Ik maak vlug een slaatje klaar
met gerookte forel en rolmops. Zij vertelt (…) en daarna gaat zij naar de
Elisabethlaan om daar eens te kijken hoe de zaken er voor staan. Ik blijf
achter met mijn boeken en de Tour op tv.
Ik hervat mijn Proust-lectuur en -annotaties:
Plaatsnamen: de plaats, met de
treinrit van Marcel naar Balbec. Wat een luxe is het om zich in een dergelijke
schatkamer te kunnen ingraven, en ik verwens mijzelf dat ik deze
ontdekkingstocht weer zo lang heb laten liggen. Het leven is kort!
Avondeten met Sarah. Ik heb spaghettisaus
in de diepvriezer en open daarbij een mooie fles chianti. Ik lees in De autonauten van de kosmosnelweg nog
een verhaal van Cortázar, over twee echtelieden die, zonder dat zij het van
elkaar weten, dezelfde nacht overspelig zijn. (…)
In Het Risico zien wij Rik en Bea 2,
en Dirk en Bea 1 terug (…); ik praat wat bij met Bea 1, onder meer over haar
verhuisplannen; Rik overhandigt mij het boekje dat hij over zijn fietsreis naar
Rome heeft gemaakt en dat ik vooraleer het in druk ging heb mogen beoordelen.