499
Ik keek naar de wolken die langzaam naar de
heuvel dreven. (36)
500
Het was een heldere winderig middag en in de lucht
dreven van die dikke in-witte zware wolken. (166)
501
De lucht was buitengewoon helder, er kwam zo nu en dan
een lauwe windvlaag en de wolken deinden zachtjes boven de toppen van de
heuvels. (168)