zaterdag 3 november 2012

kannibaal

over Rik Vanwalleghem, Eddy Merckx. De mens achter de kannibaal, in Kunst & Cultuur, januari 1994

Wie verdient een biografie? (En welke biografie komt in aanmerking voor een bespreking in een cultureel tijdschrift?) De biograaf die kiest voor de minor poet riskeert de wind van voren te krijgen. Of je moet een onbeduidend persoon kiezen die als metafoor kan dienen, zoals Carlo Ginzburg in De kaas en de wormen deed met zijn molenaar uit Friuli, ‘Domenico Scandella, Menocchio genaamd’, achter wiens rug hij het culturele klimaat van het zestiende-eeuwse Italië onthulde.

Onlangs verscheen een biografie van Eddy Merckx, en dan niet een die de bedoeling heeft de tijdgeest te vatten! Triviaalliteratuur van het zuiverste water, zou men kunnen besluiten. De zoveelste hagiografie van deze hedendaagse heilige, naast een halve bibliotheekplank andere!

Deze kritiek is te gemakkelijk. Akkoord, het wetenschappelijk gehalte en de literaire kwaliteit van dit boek zijn niet meteen wereldschokkend: niet alle beschikbare bronnen worden aangeboord en het ‘speelse’ (achterplat), vlot leesbare sportjournalistenjargon, in oogpijnigende progressieve spelling gesteld, is niet altijd even genietbaar.

Toch is Rik Vanwalleghems benadering van de zeer publieke figuur Eddy Merckx, die dan toch een hele generatie ‘gewone’ Belgen geestdriftig heeft gemaakt, bijzonder interessant. (De aan elke beoordeling van dit boek voorafgaande voorwaarde blijft natuurlijk dat je als lezer een minimum aan interesse voor de wielersport kunt opbrengen!)

Een plausibele psychologische en sociologische constructie verklaart de toch wel uitzonderlijke prestatie van de eenvoudige kruidenierszoon uit Woluwe. Beslist ongewoon in het genre is dat de auteur het aandurft de zwakheid van de mens Eduard uit te spelen tegen de grootsheid van de sportman Eddy. Dit contrast is het centrale gegeven van deze biografie: Merckx is ‘groot’ (geweest) ondanks zijn karakteriële ‘kleinheid’ en zijn ‘kleinburgerlijke’ afkomst. De manier waarop Merckx zijn ongelooflijke natuurtalent en zijn teugelloze ambitie heeft waargemaakt in een nog niet volledig gecommercialiseerde en geprofessionaliseerde wielerwereld, steeds met groot respect voor zijn tegenstanders en vanuit een aan het naïeve grenzende integriteit, krijgt meteen een heroïsche, ja zelfs tragische, allure.

Daarom, maar ook omdat je bij het lezen van de talrijke anekdoten en getuigenissen, en bij het bekijken van de prachtige archieffoto’s het hele jeugdsentiment voelt herleven dat onlosmakelijk verbonden blijft aan de eindeloze, door Fred De Bruyne gecommentarieerde reportages in onscherp zwart-wit, is dit boek de aandacht van elke wielerliefhebber waard.